3.1. Prioriteit Jeugd en veiligheid De veiligheid in de toekomst ligt bij de jeugd van nu. Onder regie van gemeenten wordt gewerkt aan zowel fysieke als sociale veiligheid voor de jeugd. Door jeugdigen in een veilige omgeving en met minder problemen op te laten groeien, zullen ze later minder snel overlast veroorzaken of het criminele circuit ingaan. Politie en gemeenten zetten gezamenlijk in op preventie. Ook het Rijk zet stevig in op het jeugdbeleid. Inwoners, bezoekers en ondernemers in diverse noordelijke gemeenten kennen nog steeds teveel overlast en criminaliteit veroorzaakt door jongeren. Uit onderzoek blijkt dat van de jeugdcriminaliteit naar schatting 75% in groepsverband plaatsvindt. Overlast is een subjectief ervaren inbreuk op het welbevinden en zeer contextafhankelijk. De mate waarin bewoners overlast van groepen ervaren verschilt. Niettemin geven de gemeenten (en haar bewoners) in heel Noord-Nederland de aanpak ervan een hoge prioriteit. Met een gebundelde en geconcentreerde aanpak verminderen we zowel de overlast als de criminaliteit door jeugd(groepen) en wellicht daarmee ook het vandalisme. Ambitie De partners zorgen voor een veilige leefomgeving/stellen grenzen en voorkomen dat jeugdigen een criminele carrière starten. De inzet is erop gericht om de overlast en criminaliteit door problematische jeugdgroepen en individuele jongeren te verminderen. Alle criminele jeugdgroepen (cf de shortlistmethode) worden aangepakt. De gezamenlijke aanpak in Noord-Nederland blijkt effectief,door een afname van de overlastcijfers in 2014 in vergelijking met voorgaande jaren. Regionale aanpak en suggesties voor lokale aanpak Criminele en problematische jeugdgroepen en jongeren worden door de politie met een standaardrapportage (shortlist Beke/Ferwerda) in beeld gebracht. Voorzien van een integraal advies worden deze door de gemeente in de driehoek gebracht. Individuele problematische jongeren komen veelal in beeld via de veiligheidshuizen. In de driehoek vindt de prioritering plaats. Overlastgevende en criminele jeugdgroepen worden aangepakt vanuit het uitgangspunt: één groep één gezamenlijk plan onder regie van gemeenten. Bij criminele groepen voert het OM de regie op de opsporing. De veiligheidshuizen hebben een ondersteunende rol. De individuen uit de groepen komen allen in de persoonsgerichte aanpak terecht. Alle criminele jeugdgroepen die in 2011 in Noord-Nederland zijn geshortlist, zijn uiterlijk 1 mei 2013 aangepakt, hetzij door politie/justitie, hetzij door de gemeenten, maar altijd onder regie van de gemeenten en vanuit een prioritering binnen de driehoek. Korte doorlooptijden dragen bij aan de vermindering van recidive, omdat de interventie snel volgt op het delict. Politie en OM voldoen aan de landelijk vastgestelde normen in de jeugdstrafrechtketen voor minderjarige verdachten (Kalsbeeknorm) en Halt-verwijzingen. In een lokaal samenspel van instellingen en de lokale, provinciale en landelijke overheid wordt gewerkt aan de versterking van het jeugdbeleid. De gemeenten nemen het initiatief in de aanpak. Maatregelen zullen er aan moeten bijdragen dat de jeugdcriminaliteit naar aard en omvang afneemt, bijvoorbeeld door vroegsignalering van problemen en doorverwijzing naar samenwerkingsverbanden met relevante ketenpartners. In de persoonsgerichte aanpak wordt nauw samengewerkt met ouders, bewoners, scholen, ondernemers, welzijnsinstellingen, etc. en wordt optimaal en creatief gebruik gemaakt van wettelijk instrumentarium, zoals de wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, gebiedsaanwijzingen/-ontzeggingen op basis van de APV en de komende nieuwe Drank- en Horecawet. De transitie van jeugdbescherming en -reclassering per 2015 naar de gemeenten biedt kansen om de aansluiting vanuit het lokale jeugdveiligheidsbeleid beter te stroomlijnen. 9 Regionaal beleidsplan Noord-Nederland 2013-2014 conceptversie 3.2 (5-09-2012)

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 39