5- Sterkteverdeling eenheid Noord-Nederland
Bijlage 3 geeft een overzicht van de beoogde verdeling van de voor de eenheid Noord-
Nederland beschikbare politiesterkte. Het is de verdeling zoals de Minister nationaal
gecumuleerd heeft opgenomen in het concept-inrichtingsplan dat hij ter consultatie heeft
voorgelegd aan het lokale bestuur. Dit betekent dat de verdeling nog niet is vastgesteld.
De basisteams (16), flexteams (3) en afdelingen districtsrecherche (3) zijn geografisch
gespreide onderdelen. De beoogde verdeling van de sterkte beschikbaar voor de flexteams is
35, 35 en 30 fte (districten Fryslan, Groningen en Drenthe).
Een verdeling van de sterkte beschikbaar voor de basisteams en afdelingen districts
recherche is nog niet beschikbaar. De reden is dat het sterkteverdeelinstrument en de
bestuurlijke besluitvorming daarover nog niet zijn afgerond. In februari 2012 is in de
Regionaal Colleges Fryslan, Groningen en Drenthe de wenselijkheid besproken van een
eenduidige verdeelgrondslag. Een voorstel voor een vast te stellen verdeelinstrument
inclusief uitkomsten wordt ter informele consultatie voorgelegd in de bestuurlijke conferentie
van 5 september 2012. Voor de basisteams is een omvattend verdeelinstrument ontwikkeld,
rekening houdend met de meer diverse taken van een basisteam. Voor de districtsrecherche
gaat het om verdeling op basis van de relatieve werklast.
Het verdeelinstrument is ontwikkeld onder aansturing van een stuurgroep onder leiding van
de heer Crone, burgemeester van Leeuwarden. De verdere leden van de stuurgroep zijn de
heer Van der Laan, burgemeester van Noordenveld, de heer Ten Brink, burgemeester van
Slochteren, mevrouw Kramers, beoogd plaatsvervangend politiechef en de heer Franssen, lid
van de voorlopige regioleiding en voorzitter van de interne projectgroep voor ontwikkeling van
het verdeelinstrument. Het instrument is ontwikkeld met ondersteuning van de
adviescombinatie Haagsma-AEF.
Feitelijke vorming van de eenheid Noord-Nederland vindt plaats als resultaat van de door te
voeren reorganisatie die het papier van het inrichtings- en formatieplan omzet in
daadwerkelijke afdelingen en medewerkers. Deze reorganisatie zal naar verwachting niet
eerder dan na het beleidsjaar 2013 zijn afgerond. Vervolgens kan volgens de beoogde
inrichting worden gewerkt. Op dat moment ontstaat ook de verbinding tussen beleidsplan en
beschikbare sterkte ter uitvoering ervan (op zijn vroegst vanaf het beleidsjaar 2014). Voor het
tijdpad is essentieel dat een reorganisatie pas kan worden gestart als de sterkteverdeling
volledig is vastgesteld. Dit vraagt dat het sterkteverdeelinstrument en zijn uitkomsten uiterlijk
eind dit jaar zijn vastgesteld.
Ter indicatie van orde van grootte van omvang geeft bijlage 4 een extrapolatie van de huidige
omvang van de bpz-teams en eenheden districtsrecherche. Deze extrapolatie is te zien als
het 'huidig', dat bij oplevering van het verdeelinstrument wordt vervangen door een verdeling
'nieuw'.
Regionaal beleidsplan Noord-Nederland 2013-2014 conceptversie 3.2 (5-09-2012)
19