Indiener 1. (D.A. van Slooten)
1. indiener heeft sinds 1915 een woonschip aan de Minne tinne (Meersweg 1003) te Grou en wil graag dat
deze meegenomen wordt als permanent woonschip Cluster 1 te Grou.
Reactie gemeente
Het bedoelde woonschip ligt permanent aan de Minne Finne maar is niet permanent bewoond of daarvoor
aangewezen. Het betreft een recreatief woonschip op een permanente locatie. De voorliggende woonsche
penvisie geldt alleen voor permanent bewoonde woonschepen. Omdat de betreffende woonschip een recrea
tief woonschip betreft is deze niet meegenomen. Bij de herziening van het bestemmingsplan voor Grou zal
het woonschip meegenomen worden overeenkomstig andere komplannen.
Indiener 2. (Familie Niemarkt)
1Volgens artikel 6, lid 3 van de ontwerpverordening (2009) kan een vergunning geweigerd worden indien
het woonschip niet voldoet aan de in de visie woonschepen gestelde eisen. Dit betekent dat de waarde
tot nul kan dalen omdat een woonschip hierdoor misschien niet overdraagbaar is. Daarom dient de be
staande situatie geaccepteerd te blijven.
Reactie gemeente
In eerste instantie moet onderscheid worden gemaakt tussen de verkoop van een woonschip (hetgeen een
zaak van de eigenaar is) en het verlenen van ligplaatsvergunningen door het college. Bij de verkoop van een
woonschip heeft de gemeente enkel betrokkenheid bij de overdracht van de ligplaatsvergunning. Deze be
trokkenheid is onder meer van belang in verband met eventuele handhavingssituatieseen correcte naam
stelling van woonschepen is hierbij essentieel. Zogenaamde 'bestandsvervuiling' als gevolg van tussentijdse
vervreemding van woonschepen moet dan ook zo veel mogelijk worden voorkomen. Dat wordt verzekerd door
de tussenkomst van het gemeentebestuur ingeval een woonschip een andere eigenaar krijgt.
In de verordening is bepaald dat een ligplaatsvergunning persoons-, ligplaats- en woonschipgebonden is. Het
overdragen van een ligplaatsvergunning is geregeld in artikel 8 en 9. Bij het uitsluitend wijzigen van de te
naamstelling geldt als uitgangspunt van de woonschepenverordening dat verder niet wordt getoetst, of het
betreffende woonschip aan overige eisen van de verordening voldoet. Het betreffende lid is uit de verorde
ning gehaald. Op het moment dat er sprake is van het enkel overdragen van de ligplaatsvergunning met het
daaraan gekoppelde woonschip aan een rechtverkrijgende blijft de bestaande situatie van kracht en is deze
overdraagbaar voor de locatie en het woonschip waar de ligplaatsvergunning in voorziet.
Tevens voorziet de verordening voor wat betreft de aanvraag voor het enkel wijzigen van de tenaamstelling
in een eenvoudiger procedure. Volstaan kan worden met een brief aan het college van burgemeester en wet
houders, met het verzoek de vergunning op naam van de koper/nieuwe eigenaar te stellen, met daarbij een
kopie van de koopt leveringsakte (artikel 8.2).
Aanpassing visie
Artikel 6, lid 3 oud is uit de verordening gehaald.
2. Indien het college gebruik maakt van artikel 5 lid 2 van de ontwerpverordening waarbij de ligplaatsen-
kaart wordt gewijzigd om deze in overeenstemming te brengen met een bestemmingsplan moet voor een
gelijkwaardige ligplaats worden gezorgd. Dit moet opgenomen worden in de verordening.
Reactie
Het gaat er in deze niet om dat het college zondermeer ligplaatsen kan wijzigen zoals indiener doet vermoe
den. Ligplaatsen moeten tegenwoordig worden opgenomen in de BAG (zie hoofdstuk 4 Visie) en daardoor is
het niet meer nodig om een ligplaatsenkaart op te stellen. Tevens worden ligplaatsen planologisch mogelijk
gemaakt in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is een bindend plan voor zowel overheid als burgers.
Op het moment dat er in de looptijd (10 jaar) van het bestemmingsplan een wijziging op treedt met betrek
king tot een of meerdere ligplaatsen om wat voor reden dan ook dan dient het bestemmingsplan aangepast
te worden. Hiervoor dient een planologische procedure (met alle bijbehorende rechtsmiddelen) doorlopen te
worden. Op het moment dat het bestemmingsplan vastgesteld is en daarmee bindend is voor zowel overheid
als burger kan het college de BAG in overeenstemming brengen met dit vastgestelde bestemmingsplan. Voor
noemd artikel voorziet derhalve in het achteraf wijzigen naar de juridisch juiste situatie van dat moment.
Reactienota inspraak
2/31