het niet meer nodig om een ligplaatsenkaart op te stellen. Tevens worden ligplaatsen planologisch mogelijk
gemaakt in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is een bindend plan voor zowel overheid als burgers.
Op het moment dat er in de looptijd (10 jaar) van het bestemmingsplan een wijziging op treedt met betrek
king tot een of meerdere ligplaatsen om wat voor reden dan ook dan dient het bestemmingsplan aangepast
te worden. Hiervoor dient een planologische procedure (met alle bijbehorende rechtsmiddelen) doorlopen te
worden. Op het moment dat het bestemmingsplan vastgesteld is en daarmee bindend is voor zowel overheid
als burger kan het college de BAG in overeenstemming brengen met dit vastgestelde bestemmingsplan. Voor
noemd artikel voorziet derhalve in het achteraf wijzigen naar de juridisch juiste situatie van dat moment.
In de visie is uitgegaan van de bestaande ligplaatsen. Bij nieuwe plannen binnen de gemeente wordt wel ge
keken naar mogelijke uitbreidingen van het aantal ligplaatsen. Dit heeft inderdaad te maken met het aanwe
zige water in de gemeente, waar woonschepen onlosmakelijk mee verbonden zijn. Er wordt op voorhand geen
ruimte geboden voor uitbreidingen. Bij eventuele verzoeken wordt maatwerk geleverd en waar nodige de
bijbehorende procedures doorlopen.
11. Indiener wil aan het artikel 6.3 lid b verordening 2009 (artikel 7.1 lid d nieuw) toegevoegd zien "zoals
specifiek aangegeven voor de betreffende ligplaats op de ligplaatsenkaart".
Reactie
De woonschepenvisie voorziet niet in specifieke maatvoeringen per ligplaats maar kent criteria voor woon
schepen in en aan de rand van dorpskommen, in het open landschap en voor historische woonschepen. Lig
plaatsen moeten tegenwoordig worden opgenomen in de BAG (zie hoofdstuk 4 Visie) en daardoor is het niet
meer nodig om een ligplaatsenkaart op te stellen.
12. Artikel 6.3 lid c (artikel 7.1 lid b nieuw). Wie bepaalt dat en wanneer. Stel dat er duwboten door de Boarn
moeten, worden die dan geweigerd of worden de arken geruimd?
Reactie
Deze bepaling komt ook in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor. Het begrip "belemmeringen"
moet in dit geval naar redelijkheid geïnterpreteerd worden (zoals met veel begrippen in regelgeving het ge
val is) en ziet toe op stremming van het verkeer te water of op de wal als gevolg van de situering van het
woonschip. Om verwarring te voorkomen en onduidelijkheid weg te nemen, komt het woord "kan" uit de oor
spronkelijke bepaling te vervallen en wordt "of gevaarlijke situaties" aan de bepaling toegevoegd.
Aanpassing visie
Artikel 7.1 lid b nieuw komt te luiden: "het woonschip belemmeringen of gevaarlijke situaties veroorzaakt
voor verkeer te water of op de wal".
13. Artikel 6 lid 3d (artikel 7.1 lid f nieuw): het uiterlijk voldoet niet. Het moet voorkomen worden dat er bij
elke wisseling van overeenkomst gesleuteld moet gaan worden aan het uiterlijk.
Reactie
Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid voor het college om aanwijzingen te geven met betrekking tot het
innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, vei
ligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente. De aanwijzingsbevoegdheid ziet primair op inci
dentele maatregelen. Men denkt bijvoorbeeld aan het geval dat bij een ligplaats door derden werkzaamhe
den moeten worden uitgevoerd en het woonschip in verband daarmee tijdelijk moet worden verlegd. Een
aanwijzing kan gegeven worden aan een rechthebbende op een woonschip en dient door betrokkene te wor
den opgevolgd.
Het artikel wordt anders dan bij het vergunningenregime voor ligplaatsen aangepast in die zin dat in plaats
van 'eigenaar' het begrip 'rechthebbende' wordt toegepast. Het rechthebbendenbegrip is ruimer. Behalve
aan de eigenaar van een woonschip kunnen aanwijzingen ook gegeven worden aan anderen die als rechtheb
bend kunnen worden aangemerkt, zoals huurders.
Gemeenten zijn sinds 1 juli 2004 wettelijk verplicht welstandeisen vast te stellen voor bebouwing welke on
der de werkingssfeer van de Woningwet/Wabo valt. Dit betreft eisen aan het gebouw en zijn omgeving. Het
vaststellen van welstandsbeleid voor "wonen op het water" is echter niet wettelijk voorgeschreven, dit ter
wijl de bebouwing en het gebruik van het water - inclusief de bijbehorende oever - van grote invloed is op de
belevingswaarde van het water aanwel de omliggende openbare ruimte. Aangezien de gemeente Boarnster-
Reactienota inspraak
10/31