Reactie Met betrekking tot de begripsomschrijving van woonschip wordt aansluiting gezocht met de huidige bestem mingsplannen binnen de gemeente. Deze begripsomschrijving komt overeen met de begripsbepaling in de woonschepenverordening 1994. Aanpassing visie De begripsomschrijving voor woonschip wordt aangepast. 13. De wijze van meten wordt niet onderbouwd. Uitgaande van het gegeven 'ligplaats hebben in openbaar water' kan worden gesteld dat alleen dat deel wat van het wateroppervlak in gebruik wordt genomen, meetelt voor de berekening van de ligplaatsvergoeding. Reactie Artikel 1.2 voorziet in een voorschrift met betrekking tot de wijze van bepaling van de afmetingen van een woonschip. Gemeten wordt 'bruto over alles' dus bijvoorbeeld de lengte op dat punt van het woonschip, waar deze - inclusief uit- overstekende onderdelen zoals stoot-, loop- en dakranden, gangboorden, goten, roer, boegspriet, zwaarden e.d. - het langst is. De wijze van meten zal ter verduidelijking worden uitge breid. De woonschepenverordening gaat niet over de berekening van ligplaatsvergoedingen. In deze reactie zullen wij dan ook niet verder ingaan op dit punt. Aanpassing visie De wijze van meten zal ter verduidelijking worden uitgebreid. 14. De ligplaatsenkaart ontbreekt bij de verordening Reactie Ligplaatsen moeten tegenwoordig worden opgenomen in de BAG (zie hoofdstuk 4 Visieen daardoor is het niet meer nodig om een ligplaatsenkaart op te stellen. 15. Artikel 5 lid 2 stelt dat college bevoegd is de ligplaatsenkaart te wijzigen op basis van een later vastge steld bestemmingsplan. Indiener stelt dat de rechten voortkomend uit de ligplaatsverordening en de lig plaatsvergunning onverkort worden bestendigd in dat bestemmingsplan. Reactie Het gaat er in deze niet om dat het college zondermeer ligplaatsen kan wijzigen zoals indiener doet vermoe den. Ligplaatsen moeten tegenwoordig worden opgenomen in de BAG (zie hoofdstuk 4 Visie) en daardoor is het niet meer nodig om een ligplaatsenkaart op te stellen. Tevens worden ligplaatsen planologisch mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is een bindend plan voor zowel overheid als burgers. Op het moment dat er in de looptijd (10 jaar) van het bestemmingsplan een wijziging op treedt met betrek king tot een of meerdere ligplaatsen om wat voor reden dan ook dan dient het bestemmingsplan aangepast te worden. Hiervoor dient een planologische procedure (met alle bijbehorende rechtsmiddelen) doorlopen te worden. Op het moment dat het bestemmingsplan vastgesteld is en daarmee bindend is voor zowel overheid als burger kan het college de BAG in overeenstemming brengen met dit vastgestelde bestemmingsplan. Voor noemd artikel voorziet derhalve in het achteraf wijzigen naar de juridisch juiste situatie van dat moment. Alle afgegeven ligplaatsvergunningen blijven in beginsel van kracht. Op het moment dat u van mening bent dat uw ligplaatsvergunning gewijzigd moet worden kunt u hiervoor overeenkomstig de woonschepenverorde ning een verzoek indienen. Alle bestaande vergunningen blijven van kracht en zullen vallen onder het over gangsrecht. Hierin is opgenomen dat afgegeven vergunningen op grond van de woonschepenverordening Boarnsterhim 1994 worden op het tijdstip van inwerkintreding van de verordening geacht te zijn verleend op grond van deze verordening. Bestaande bouwrechten worden gerespecteerd en bestaande (vergunde) bijge bouwen worden in bestemd. 16. Er ontbreekt een calamiteitenregeling in de verordening. Reactie Ligplaatsen worden planologisch mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is een bin dend plan voor zowel overheid als burgers. In een bestemmingsplan is onder het overgangsrecht een 'calami teitenregeling' opgenomen. Deze regeling houdt in hoofdlijnen in dat een bouwwerk, mits deze naar aard en omvang niet wordt vergroot, na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel mag worden ver- Reactienota inspraak 20/31

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 31