lÉls?
Indiener stelt enkel dat voornoemd artikel waanzin is zonder deze stelling te onderbouwen. Wij kunnen der
halve niet ingaan op deze opmerking.
6. Indiener geeft aan de artikell 5 waanzin is.
Reactie
Indiener stelt enkel dat voornoemd artikel waanzin is zonder deze stelling te onderbouwen. Wij kunnen der
halve niet ingaan op deze opmerking.
Indiener 14 en 15 (A. Leemburg en E.A. de Groot)
(omdat de inspraakreacties overeenkomen, worden ze hieronder gezamenlijk behandeld)
1. Een vergunning kan geweigerd worden indien deze niet voldoet aan de woonschepenvisie (artikel 6 lid 3
van de verordening). Hierdoor kan een woonschip inclusief ligplaats onoverdraagbaar worden en flink in
waarde dalen. De bestaande situatie dient dan ook geaccepteerd te blijven.
Reactie
In de verordening is bepaald dat een ligplaatsvergunning persoons-, ligplaats- en woonschipgebonden is. Het
overdragen van een ligplaatsvergunning is geregeld in artikel 8. Bij het uitsluitend wijzigen van de tenaam
stelling geldt als uitgangspunt van de woonschepenverordening dat verder niet wordt getoetst, of het betref
fende woonschip aan overige eisen van de verordening voldoet. Het betreffende artikel is uit de verordening
gehaald. Op het moment dat er sprake is van het enkel overdragen van de ligplaatsvergunning met het daar
aan gekoppelde woonschip aan een rechtverkrijgende blijft de bestaande situatie van kracht en is deze over
draagbaar voor de locatie en het woonschip waar de ligplaatsvergunning in voorziet.
Tevens voorziet de verordening voor wat betreft de aanvraag voor het enkel wijzigen van de tenaamstelling
in een eenvoudiger procedure. Volstaan kan worden met een brief aan het college van burgemeester en wet
houders, met het verzoek de vergunning op naam van de koper/nieuwe eigenaar te stellen, met daarbij een
kopie van de koop/leveringsakte.
Op het moment dat er sprake is van een wijziging anders dan enkel de tenaamstelling is onder andere artikel
7, waarin de weigering van de ligplaatsvergunning en vergunningsvoorwaarden zijn opgenomen, wel van toe
passing.
2. Indien het college gebruik maakt van artikel 5 lid 2 van de verordening, waarbij de ligplaatsenkaart
wordt gewijzigd om deze in overeenstemming te brengen met een bestemmingsplan moet voor er een
gelijkwaardige ligplaats gezorgd worden. Dit dient opgenomen te worden in de verordening.
Reactie
Het gaat er in deze niet om dat het college zondermeer ligplaatsen kan wijzigen zoals indiener doet vermoe
den. Ligplaatsen moeten tegenwoordig worden opgenomen in de BAG (zie hoofdstuk 4 Visie) en daardoor is
het niet meer nodig om een ligplaatsenkaart op te stellen. Tevens worden ligplaatsen planologisch mogelijk
gemaakt in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is een bindend plan voor zowel overheid als burgers.
Op het moment dat er in de looptijd (10 jaar) van het bestemmingsplan een wijziging op treedt met betrek
king tot een of meerdere ligplaatsen om wat voor reden dan ook dan dient het bestemmingsplan aangepast
te worden. Hiervoor dient een planologische procedure (met alle bijbehorende rechtsmiddelen) doorlopen te
worden. Op het moment dat het bestemmingsplan vastgesteld is en daarmee bindend is voor zowel overheid
als burger kan het college de BAG in overeenstemming brengen met dit vastgestelde bestemmingsplan. Voor
noemd artikel voorziet derhalve in het achteraf wijzigen naar de juridisch juiste situatie van dat moment.
3. De maten van woonschepen en bijgebouwen zullen per locatie moeten worden vastgesteld in plaats
van in algemene termen. Het is niet gewenst om maximale afmetingen te noemen, maar juist om
richtlijnen te geven, welke situatie afhankelijk zijn.
Reactie
De gegeven afmetingen voor woonschepen zijn voor de gehele gemeente Boarnsterhim van toepassing. Een
maximale afmeting is juist een richtlijn. Een woonschip mag aan de maximale afmetingen voldoen maar het
is geen verplichting. De dominantie van woonschepen ten opzichte van de omgeving en het vormen van wan
den aan de oevers hebben geleid tot de gestelde maatvoeringen. In andere woonschepenverordeningen in Ne
derland komen dezelfde maatvoeringen voor. Het betreffen derhalve gangbare maatvoeringen. Mochten er in
Reactienota inspraak
24/31