13. Artikel 6 lid 3d (artikel 7.1 lid f nieuw): het uiterlijk voldoet niet. Het moet voorkomen worden dat er bij
elke wisseling van overeenkomst gesleuteld moet gaan worden aan het uiterlijk.
Reactie
Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid voor het college om aanwijzingen te geven met betrekking tot het
innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, vei
ligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente. De aanwijzingsbevoegdheid ziet primair op inci
dentele maatregelen. Men denkt bijvoorbeeld aan het geval dat bij een ligplaats door derden werkzaamhe
den moeten worden uitgevoerd en het woonschip in verband daarmee tijdelijk moet worden verlegd. Een
aanwijzing kan gegeven worden aan een rechthebbende op een woonschip en dient door betrokkene te wor
den opgevolgd.
Het artikel wordt anders dan bij het vergunningenregime voor ligplaatsen aangepast in die zin dat in plaats
van 'eigenaar' het begrip 'rechthebbende' wordt toegepast. Het rechthebbendenbegrip is ruimer. Behalve
aan de eigenaar van een woonschip kunnen aanwijzingen ook gegeven worden aan anderen die als rechtheb
bend kunnen worden aangemerkt, zoals huurders.
Gemeenten zijn sinds 1 juli 2004 wettelijk verplicht welstandeisen vast te stellen voor bebouwing welke on
der de werkingssfeer van de Woningwet/Wabo valt. Dit betreft eisen aan het gebouw en zijn omgeving. Het
vaststellen van welstandsbeleid voor "wonen op het water" is echter niet wettelijk voorgeschreven, dit ter
wijl de bebouwing en het gebruik van het water - inclusief de bijbehorende oever - van grote invloed is op de
belevingswaarde van het water danwel de omliggende openbare ruimte. Aangezien de gemeente Boarnster-
him veel woonschepen kent, is de gemeente van mening dat er ook welstandscriteria voor woonschepen die
nen te worden opgesteld om het aanzien van de gemeente Boarnsterhim beter te kunnen reguleren.
De gemeente Boarnsterhim kent woonschepen waarin permanent kan worden gewoond en daarnaast zijn er
woonschepen die uitsluitend bestemd zijn voor recreatief gebruik.
Voorts kent de gemeente Boarnsterhim woonschepen die als een bouwwerk in de zin van de Woningwet moe
ten worden aangemerkt, maar zijn er ook woonschepen die niet als een bouwwerk worden aangemerkt en
niet onder de werking van de Woningwet vallen. Voor woonschepen die onder de werking van de Woningwet
vallen geldt dat voor deze woonschepen verplichte welstandseisen gelden. Het uiterlijk en de plaatsing van
een bouwwerk mogen niet in strijd zijn met de redelijke eisen van welstand. Voor woonschepen die niet on
der de werking van de Woningwet vallen, geldt dat deze woonschepen ook niet gebonden zijn aan de ver
plichte welstandcriteria. Op basis van de Woningwet kunnen dan ook geen welstandseisen worden opgesteld
voor deze schepen. Om rechtsongelijkheid te voorkomen, is het college van mening dat ook voor de woon
schepen die niet onder de werkingssfeer van de Woningwet vallen, dezelfde welstandseisen dienen te gel
den.
Zowel artikel 7.1 aanhef en onder f van de Verordening permanent bewoonde woonschepen 2012 als artikel
5.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 bieden de gemeente Boarnsterhim de mogelijkheid om
regels vast te stellen die het belang van het aanzien van de gemeente beschermen bij onder meer het inne
men van ligplaatsen door woonschepen. Deze regels zijn dan de zogenaamde welstandscriteria en zijn opge
nomen in de Welstandsnota voor woonschepen 2012
Deze welstandsnota bevat de binnen de gemeente Boarnsterhim geldende welstandscriteria voor woonsche
pen. Voor alle woonschepen binnen de gemeente Boarnsterhim zijn dezelfde beeldkwaliteitscriteria van toe
passing. Het doel is om hiermee een bijdrage te leveren aan het aanzien van Boarnsterhim. Tevens geeft dit
beleid betrokkenen in een vroeg stadium richtinggevende informatie over de criteria die bij de aanvraag voor
bouw of de verbouw een rol spelen.
Welstand is en blijft een subjectief begrip. Juist daarom is het aan te bevelen welstandcriteria zoveel moge
lijk te objectiveren om rechtsongelijkheid te voorkomen bij de toetsing van aanvragen om ligplaatsvergun
ningen. Bij het opstellen van de beeldkwaliteitscriteria voor de woonschepen is onderscheid gemaakt in twee
gebiedsdelen, te weten:
A. Woonschepen in het open landschap;
B. Woonschepen in of aan de rand van de dorpskernen.
Op het moment dat er sprake is van het uitsluitend wijzigen van de tenaamstelling geldt als uitgangspunt dat
verder niet wordt getoetst, of het betreffende woonschip aan overige eisen van de verordening voldoet. In
dergelijke gevallen is artikel 7.1 lid f nieuw niet van overeenkomstige toepassing. Op het moment dat er een
Reactienota inspraak
28/31