kunnen de redenen voor opzegging van een tigplaatsvergunning zodanig worden gespecificeerd dat duidelijk is wat de reële gronden zijn voor opzegging? De toelichting geeft al aan dat een voorwaarschuwing gebruikelijk is. Maar kan er voorzien worden in een beroepsmogelijkheid of bindend advies van een derde partij? Of is dat een taak voor de raad? Reactie: Wij zijn van mening dat de gevallen waarin het college tot intrekking van een ligplaatsvergunning kan over gaan duidelijk omschreven zijn. In de toelichting op artikel 12 is reeds aangegeven dat het intrekken van een vergunning een verstrekkende maatregel is. De gemeente zal dan ook niet snel, op excessen na, gebruik ma ken deze mogelijkheid. De gemeente zal eerst onderzoeken of er andere middelen (opleggen dwangsom, uit oefening van bestuursdwang e.d.) zijn om het beoogde doel te bereiken. Daarnaast heeft de gemeente zich te houden aan de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit zijn uit jurisprudentie ontstane gedrags regels van de overheid ten opzichte van de burger. Bij het toepassen van de uiterste maatregel, het daad werkelijk intrekken van de vergunning, dient de gemeente af te wegen of deze maatregel rechtvaardig is en niet disproportioneel. Tegen het intrekken van een ligplaatsvergunning staat bezwaar en beroep open en een rechter zal de redelijkheid van de intrekking toetsen. 5. In vergelijking met Verordening versie 2009 is er een opmerking bijgekomen over 'gebruik voor permanen te bewoning'. De bedoeling is niet helemaal duidelijk. Vraag: Permanent wonen is toch een recht en géén plicht? Reactie: Er zijn twee soorten woonschepen namelijk recreatieve en permanente. De voorliggende stukken hebben be trekking op permanent bewoonde woonschepen. Voor recreatieve woonschepen blijft de "Notitie voor het in nemen van een ligplaats voor recreatieve woonschepen" uit 1998 van kracht. Deze is onder andere in het be stemmingsplan buitengebied 2008 opgenomen. Om duidelijk aan te geven waar voorliggende stukken betrek king op hebben is in alle titels duidelijk aangegeven dat het gaat om permanent bewoonde woonschepen. Voor huizen op de wal wordt hetzelfde onderscheid, permanent en recreatief, gemaakt. 6. Visie pagina 7: nieuwe ligplaatsen worden niet opgenomen. Vraag: waarom eigenlijk niet, in aanmerking nemende dat wonen op water een kernkwaliteit van het gebied is? Er is ruimte! Reactie: In de visie is uitgegaan van de bestaande ligplaatsen en worden er op voorhand geen nieuwe locaties toege voegd door de gemeente. We sluiten nieuwe locaties in de toekomst echter niet uit. Dit heeft inderdaad te maken met het aanwezige water als kernkwaliteit in de gemeente, waar woonschepen onlosmakelijk mee verbonden zijn. Er wordt, zoals gesteld, op voorhand geen ruimte geboden voor uitbreidingen maar bij even tuele verzoeken wordt maatwerk geleverd en de bijbehorende procedures doorlopen. Op het moment dat er nieuwe ligplaatsen worden toegekend zijn voorliggende stukken van overeenkomstige toepassing. Vraag: Indien er niks bijkomt zijn alle regels pas van toepassing bij vervanging van oude woonschepen. Indien die niet vervangen worden dan blijven ze gehandhaafd zoals ze nu zijn. Kunt U dat aangeven in de toelichting van de verordening? Reactie: Zolang er geen nieuwe ligplaatsen bij komen zijn alle regels inderdaad enkel van toepassing bij vervanging of aanpassing van de bestaande woonschepen. Voor de bestaande woonschepen blijven de bestaande vergunnin gen van kracht en zullen onder het overgangsrecht (artikel 22) vallen. Hierin is opgenomen dat afgegeven vergunningen op grond van de woonschepenverordening Boarnsterhim 1994 worden op het tijdstip van in- werkintreding van de verordening geacht te zijn verleend op grond van deze verordening. Op het moment dat er sprake is van wijziging of vervanging van de huidige woonschepen zijn de nieuwe regels van toepassing. 7. Visie pagina 12 maximale afmetingen o.m. een breedte van 6 m. 4/12 3 02 Bylage AANGEPAST Reactie op vragen.doc/4

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 46