Pagina 6
9. Aannemende dat er geen ligplaatsen bij mogen komen, dan zijn alle lokale omstandigheden op oevers per
vandaag bekend. Dus ook hoeveel ruimte er is voor bebouwing en de inpasbaarheid daarvan.
Vraag:
Alle percelen zijn bekend en zullen niet veranderen. Waarom dan ook niet meteen de uitzonderingen op schu
ren e.d. voor die paar percelen (bij rechte) geregeld? Scheelt later veel geharrewar.
Reactie:
Tijdens de raadsvergadering heeft de WD fractie ter overweging meegegeven een maximale maat van 25 m2
voor bijgebouwen bij recht toe te staan zonder ontheffingsmogelijkheden. Op dat moment is voor een ieder
helder wat er aan bijgebouwen gerealiseerd kan worden zonder dat er bij ontheffingsverzoeken een afweging
moet plaatsvinden. Het college kan deze lijn van de WD volgen en wil de raad voorstellen artikel 10 in die
zin aan te passen dat elk woonschip 25 m2 aan bijgebouwen kan realiseren zonder de mogelijkheid tot ont
heffing.
10. De tekst 'per woonschip is één bijboot toegestaan' is verwijderd uit de visie 2009. Na wat zoeken bleek
deze regel naar de bestemmingsplannen te zijn verplaatst. Die bestemmingsplannen worden pas na vast
stelling van de verordening en visie opgesteld (zie besluitvormend raadsvoorstel 3-4-2012).
Vraag: hoe kunnen we er zeker van zijn dat dit recht na vaststelling van verordening en visie 2012 niet van ta
fel c.q. onderwater verdwijnt?
Reactie:
In de reactienota inspraak is bij één reactie opgenomen dat er twee bijboten zijn toegestaan. Gelet op de re
cent gevoerde discussie omtrent de ligplaatsenverordening is dit uitgangspunt niet reëel. Er wordt aangeslo
ten bij de ligplaatsenverordening waarin is opgenomen dat 2 boten per ligplaats zijn toegestaan en dat bij
boten tot een maximale lengte van 5 meter zonder beperking zijn toegestaan. Voornoemd uitgangspunt
wordt vertaald in het bestemmingsplan waarbij het vast te stellen beleid uitgangspunt is voor het bestem
mingsplan.
11. De definitie van 'Kavel 'en het gebruik van die term is niet consistent tussen documenten. In de verorde
ning is een kavel de door de raad aangewezen ligplaats waarin een woonschip permanent mag afmeren.
Een woonschip kan groot of klein zijn en zal dus bijna nooit het gehele kavel in beslag nemen. In de Visie
(pagina 13 sectie 5.5.) is een kavel opeens het totale oppervlak dat de woonbootbewoner gebruikt of
huurt en bestaat uit een waterkavel en een oeverkavel.
Vraag:
Een kavel is simpelweg een locatie met afmetingen aangewezen door de raad waarin een woonschip kan wor
den gemeerd. Er is géén verplichting om het hele kavel met ark of tuin te vullen en daarom klopt deze tekst
in de visie 2012 niet. Wilt U dat corrigeren? de definities dienen duidelijk te zijn anders ontstaan er misver
standen en verschillende interpretaties.
Reactie:
Wij zijn ook van mening dat terminologie en definities helder omschreven en consistent moeten zijn. De term
'aangewezen ligplaats' in de verordening is derhalve aangepast naar de term 'kavel' en de definities zijn op
elkaar afgestemd. Het gaat om een kavel in al dan niet openbaar water (waterkavel), al dan niet met een op
de oever aangewezen terrein of gedeelte daarvan (oeverkavel), bestemd voor het permanent afmeren van
een (bepaald soort) woonschip of woonschepen. Er wordt vervolgens onderscheid gemaakt in een water- en
oeverkavel. In paragraaf 5.5 van de visie is dit niet anders omschreven. De omschrijving in paragraaf 5.5
geeft geen verplichting om de hele kavel (water of oever) met ark of tuin te vullen. In de visie staat duide
lijk dat deze ruimte gebruikt KAN worden voor een aantal doeleinden.
12. De raad heeft besloten om Precariobelasting te gaan heffen. Dat betreft het hebben van voorwerpen in-
op of onder gemeentegrond. In ons geval zal de gemeentegrond een kavel zijn.
Vraag:
De belasting wordt dus geheven over voorwerpen in het kavel, niet de oppervlakte van het gehele kavel. Gaat
het dan om de oppervlakte van de voorwerpen in het kavel Dus de horizontale projectie van woonark, land-
vasten e.d. en dus niet de totale ruimte tussen woonark en wal?
3 02 Bylage AANGEPAST Reactie op vragen.doc/6
6/12