ven dat deze ligplaats gebruikt mag worden door een woonschip/woonark welke de volgende begripsbepaling kennen: elk drijvend of anderszins geheel of in hoofdzaak in het water geplaatst voorwerp, dat uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd is, ook indien het nog in aanbouw is. De bewoner van het woonschip (eigenaar dan wel huurder) dient het woonschip als hoofdverblijf te gebrui ken. 16. Het proces van vernieuwing van regelgeving is complex vanwege de samenhangende beleidskaders. Mo menteel hebben woonschipeigenaren bv een overeenkomst die vermeld dat bij wegvallen van hun lig plaats, de gemeente verplicht is om in een andere te voorzien. Het invoeren van Precario zal nog even du ren en het college schijnt in Mei met nieuwe overeenkomst voorstellen te komen. Het is niet redelijk om te verwachten dat de eigenaren vrijwillig een nieuwe overeenkomst zullen tekenen die hun belangrijkste goed: een legale en betaalbare ligplaats ondermijnt. De huidige documenten (verordening etc.) bevatten definities en regels die volgens sommigen in die situatie 'tegen 'de eigenaren kunnen worden ingezet. Daar gaan we niet van uit, maar er is de verleiding. Er is veel werk verricht en het geheel van regels kan een mooi bouwwerk worden waar iedereen mee kan le ven. Maar dan moet het bouwwerk eerst als geheel worden bekeken en niet per stukje. Wij maken er dan ook bezwaar tegen dat de verordening, nota en visie worden vastgesteld zonder dat het bouwwerk is afgewerkt met een transparante mix van niet alleen plichten, maar ook rechten en overzichtelijke kosten die ook in de ze tijd redelijk en acceptabel geacht kunnen worden. Wij vertrouwen erop dat de raad en het college in staat zijn om in korte termijn alle documenten en regelin gen inzake woonschepen in samenhang af te timmeren. Reactie: Wij hopen met bovenstaande reacties meer duidelijkheid en zekerheid te hebben geboden voor de woon schipbewoners. Naar aanleiding van de vragen/bezwaren kan het college instemmen met een aantal wijzigin gen. Het is aan de gemeenteraad om aan te geven of zij hier in mee willen gaan. Vraag: In de nagezonden mail van de heer Jorna welke hij als geheugensteun voor het inspreken had gebruikt staat de volgende opmerking waar wij nog op wensen te reageren. Dat de ligplaatsvergunning gekoppeld is aan het schip en de locatie is logisch. Maar is het desondanks nog no dig dat deze op naam wordt gesteld? Reactie: Het tevens op naam stellen van de ligplaatsvergunning is enerzijds nodig om te bepalen wie belanghebbende is in het kader van eventuele toezicht en handhaving en anderzijds voor de woonschipbewoner/eigenaar zelf van belang om bij eventuele procedures (bijvoorbeeld zienswijzen en beroep bestemmingsplan) aangemerkt te kunnen worden als belanghebbende. Aanvullende vragen informatieavond 19 juni 2012 Tijdens de informatieavond op 19 juni 2012 bleken er een aantal vragen dan wel opmerkingen te zijn welke nader onderzoek of een nadere afweging vroegen. Vervolgens is er op 26 juli 2012 in klein comité nog over een enkel onderwerp gesproken en zijn er op 25 augustus 2012 nog een aantal aanvullende vragen gesteld. Deze vragen zijn onderstaand weergegeven met daarbij de gemeentelijke reactie. Vraag: Als grond en water in eigendom zijn van de woonschipbewoner moet er dan nog steeds sprake zijn van een ligplaatsvergunning? Reactie: Ja dan dient er nog steeds sprake te zijn van een ligplaatsvergunning. Dat heeft meerdere redenen. In de eerste plaats dient het om eisen te kunnen stellen aan woonschepen die niet onder de werkingssfeer vallen van de Woningwet (zie reactie op vraag 3). De gemeente wil dat alle woonschepen aan dezelfde regels moe ten voldoen en de gemeente wil tevens graag eisen stellen aan de maatvoering en uit het oogpunt van o.a. Pagina 8 3 02 Bylage AANGEPAST Reactie op vragen.doc/8 8/12

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 50