Vraag:
Kunnen regels op het gebied van binnentreden en bouwregelgeving opgenomen worden nu er hogere regelge
ving is waarin dit reeds is geregeid.
Reactie:
De gemeente kan algemeen verbindende voorschriften (AVV) vaststellen. In onderhavig geval is dit de woon
schepenverordening. Het is mogelijk om daarin die regelgeving vast te stellen die de raad goed dunkt met
slechts 1 beperking. Artikel 121 Gemeentewet bepaalt dat de bevoegdheid tot het maken van gemeentelijke
verordeningen ten aanzien van het onderwerp waarin door wetten, algemene maatregelen van bestuur of
provinciale verordeningen is voorzien, gehandhaafd blijft, voor zover de verordeningen met die wetten, al
gemene maatregelen van bestuur en provinciale verordeningen niet in strijd zijn. Dus alleen strijdigheid met
hogere regelgeving maakt dat onderdeel van de verordening onverbindend. De verordening conformeert zich
aan en verwijst naar hogere regelgeving maar creëert geen eigen bevoegdheid.
Aanpassingen nav discussie:
Artikel 5.4 van de verordening stelt dat het college bevoegd is een vergoeding in rekening te brengen.... Tij
dens de gevoerde discussie bleek dat als het college vervangen zou worden door de gemeente en het tweede
deel van de zin zou vervallen de formulering op de juiste wijze tot zijn recht komt. De nieuwe formulering
komt als volgt te luiden:
"De gemeente is bevoegd een vergoeding in rekening te brengen voor het innemen van een ligplaats."
Aanvullende vragen 26 juli 2012 en 25 augustus 2012
Vraag:
Volgens mevrouw Koning treft artikel 1.1, sub e. en f geen doel.
Reactie:
Uit de omschrijving van de term "kavel" in 1.1.sub c vloeit voort dat er een waterkavel en/of een oeverkavel
is. In artikel 10.6 en 11.1 sub k, is de term "waterkavelgrens" opgenomen. Deze term wordt gewijzigd in "de
grens van de waterkavel". Door deze wijziging komt de term waterkavel letterlijk terug in de verordening en
kunnen de omschrijvingen in artikel 1, sub e. en f. zo blijven staan. Overigens vinden wij (het voor de lees
baarheid) ook wel verhelderend dat er sprake is van een waterkavel en een oeverkavel. Immers de gebouwen
worden geplaatst op de oeverkavel. Nu de termen letterlijk terugkomen in de verordening dienen deze in de
begripsbepaling te worden opgenomen.
Vraag:
Wat is de nut en noodzaak van artikel 1.1, sub l. en m inzake openbaar en niet-openbaar water
Reactie:
Het is van belang dat de Verordening permanent bewoonde woonschepen ook ziet op niet-openbaar water
aangezien openbaar water vrij gemakkelijk aan de openbaarheid is te onttrekken door bijvoorbeeld een vaart
af te sluiten met een ketting. De regels van de verordening zouden dan niet toegepast kunnen worden op de
ze categorie woonschepen die wellicht wel zijn in bestemd en uit dien hoofde dus wel zouden mogen blijven
liggen. Aangezien de verordening ziet op openbare orde, veiligheid gezondheid en het aanzien van de ge
meente is het van belang dat de regels uit de verordening ook gelden voor deze categorie woonschepen van
daar dat de verordening zich tevens dient uit te strekken tot de woonschepen in niet-openbaar water.
Vraag:
De eis ten aanzien van riolering: volgens het Rioleringsplan Boarnsterhim 2012-2016 (zie bijlage, par. 2.3, pag.
9) wordt voor Aide Feanen een IBA-project gerealiseerd. Waarom alleen deze recreatief gebruikte woningen
en schepen niet ook de woonschepen waar permanent op wordt gewoond?
Reactie:
De provincie heeft een aantal jaren terug voor wat betreft (huishoudelijk) afvalwater het grondgebied bui
ten de bebouwde kernen ingedeeld in niet kwetsbaar, kwetsbaar en zeer kwetsbaar gebied. De laatste twee
gebiedssoorten zijn voornamelijk natuurgebieden (waaronder De Aide Feanen) en die krijgen qua lozing van
afvalwater extra bescherming. Voor percelen waar geen riool wordt aangelegd mag afvalwater via een zuive-■
ringsvoorziening worden geloosd in het oppervlaktewater. In niet kwetsbaar gebied mag die zuiveringsvoor
ziening over het algemeen een eenvoudige septictank zijn terwijl voor de kwetsbare en zeer kwetsbare ge-
10/12
Pagina 10
3 02 Bylage AANGEPAST Reactie op vragen.doc/10