10. Infrastructuur en nutsvoorzieningen. Het uitgangspunt bij het opstellen van deze visie is dat het wonen op een woonschip als een volwaardige woonvorm wordt beschouwd. Het wonen op een woonschip stelt de nodige eisen aan de infrastructuur en nutsvoorzieningen. 10.1 Infrastructuur Een gelijkwaardige vorm van wonen stelt eisen aan de infrastructuur en de bereikbaarheid. Immers, de locatie moet in geval van calamiteiten bereikbaar zijn voor de orde-, nood-, en hulpdiensten. Bovendien moet de locatie opgenomen zijn in de normstelling voor opkomsttijden, zoals deze worden gehanteerd door de hulpdiensten. Bereikbaarheid voor de orde-, nood- en hulpdiensten is een verantwoordelijkheid van de gemeente. De uitvoering berust veelal bij de brandweer. Ook in dit geval kunnen de regels voor bereikbaarheid van woningen op de vaste wal worden gebruikt als leidraad bij het opstellen van richtlijnen voor de bereikbaarheid van woonschepen. Naast de bovengenoemde aspecten, dient de gemeente - samen met de provincie en de waterbeheerder - zorg te dragen voor de volgende ruimtelijke ordeningsaspecten: Ontsluiting van de ligplaatslocaties; Aanleg van voldoende voorzieningen op de vaste wal (zoals parkeervoorzieningen, verlichting, tuinen en parken); Aanleg van remmingswerken of andere kunstwerken in openbaar vaarwater, ter voorkoming van aanvaringen door scheepvaart. Hierbij kan het wel zo zijn dat bij nieuwe ontwikkelingen de kosten worden verhaald op de initiatiefnemer. De ruimtelijke ordeningsaspecten worden nader uitgewerkt in de bestemmingsplannen. 10.2 Nutsvoorzieningen Een gelijkwaardige vorm van wonen gaat niet alleen over infrastructuur en bereikbaarheid. Ook worden eisen gesteld aan de aanleg van nutsvoorzieningen, zoals elektriciteit, gas, telecommunicatie en water. De gemeente moet hierin haar rol nemen, maar wordt voor een groot deel in de uitvoering beperkt, doordat nutsvoorzieningen zijn ondergebracht in de private sector. Over het algemeen geldt dat de elektriciteitsnetbeheerder, het gasbedrijf en het drinkwaterbedrijf verantwoordelijk zijn voor de aansluiting tot in de meterkast. Voor het drinkwaterbedrijf en de netwerkbeheerder geldt zelfs een aansluitplicht7 op grond van de Waterleidingwet respectievelijk de Elektriciteitswet. Vanuit de Gaswet bestaat geen aansluitplicht voor de gasnetbeheerder; de aansluitingen behoren tot het zogenaamde vrije domein. Het staat woonschipbewoners dan ook vrij zelf een erkende installateur opdracht te geven hun woonschip van een gasaansluiting te voorzien. Aansluiting op de riolering Op grond van artikel 10:33 van de Wet milieubeheer dragen de gemeenteraad en het college zorg voor de doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afvalwater, dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente vrijkomende percelen. Het lozen van huishoudelijk afvalwater in het oppervlaktewater is niet toegestaan. Woonschipbewoners zijn zelf verantwoordelijk voor het aansluiten van hun woonschip op het aansluitpunt op de vaste wal. Hiertoe moeten een aantal aanpassingen aan het woonschip worden verricht, zoals het centraliseren van bestaande afvoerleidingen, het plaatsen van een pompinstallatie en het aanbrengen van een walslang tussen het woonschip en de vaste wal. De kosten die hiermee gepaard gaan komen voor rekening van de woonschipbewoner. Visie permanent bewoonde woonschepen 2012 7 Het betreft in beide gevallen geen aansluitplicht zonder meer, maar wel de plicht tot het doen van een aanbod voor het voorzien in een aansluiting, indien hier om wordt verzocht. 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 71