woonschepen liggen. Een deel van dit soort zaken kan worden geregeld via het reguliere welstandsbeleid voor
de wal.
Het uitgangspunt bij het opstellen van welstandscriteria, is dat er een betere afstemming moet zijn tussen de
functie van het openbaar gebied en het karakter van het gebruik van de oever en het water. Hierbij moet de
gebruik- en belevingswaarde van het water en de omgeving van dat water worden versterkt. De transparantie
die op het water wordt nagestreefd, moet ook op de oever zichtbaar worden. Het intensieve oevergebruik
versterkt op veel plaatsen de wandvorming, waardoor de zichtrelatie tussen het openbaar gebied en het wa
ter verloren gaat. Omdat oevers ook een recreatieve functie hebben en een beeldbepalend element zijn, is op
een aantal plaatsen het intensieve oevergebruik uit ruimtelijk oogpunt onwenselijk. Dit leidt tot oeverregelin
gen per gebiedsdeel.
5. Gebiedsdelen
Al eerder is aangegeven dat bij het opstellen van welstandscriteria voor de woonschepen onderscheid is ge
maakt in twee gebiedsdelen, te weten Woonschepen in het open landschap en Woonschepen in of aan de rand
van de dorpskernen. De reden dat dit onderscheid is gemaakt, heeft te maken met het verschil in karakter
van elk gebied. Onderstaand wordt dit nader toegelicht.
5.1 Gebied in het open landschap
Beschrijving van het gebiedstype
Het gebied bij de Ultsjeboursterfeart bevindt zich op de overgang van twee landschapstypen, het oude kust
landschap en het veenlandschap. De locatie zelf bevindt zich in het veenlandschap. De Ultsjebuorsterfeart is
smal en de oever is laag en groen.
De Boarne is een belangrijke historische structuur in het landschap en is in die zin ook herkenbaar. De Boarne
heeft zowel een landschappelijke als recreatieve betekenis. Zij heeft een profiel met een groene oever. Het
landschap maakt deel uit van het oude kustlandschap (kleilandschap) met een ontstaansgeschiedenis uit de
holocene periode.
Het gebied bij de Tersoalster Sylroede bevindt zich op de overgang van het kustlandschap naar het veenland
schap aan de noordzijde van het Snitser Mar. De locatie bevindt zich in het veenlandschap, op de kruising van
de waterwegen de Tersoalster Sylroede en de Nije Wjittering en in de nabijheid van een jachthaven.
De ambitie: het gewenste streefbeeld
Het open karakter van het landschap moet zoveel mogelijk in tact worden gehouden. Het gebied kent een
agrarische functie en bebouwing in het landschap dient hier dan ook aan gerelateerd te zijn. Dat betekent
beperking van het aantal woonschepen en dat de woonschepen zich zoveel mogelijk moeten voegen in het
landschap. De Boarne dient zoveel mogelijk herkenbaar te blijven als groen, landschappelijk element.
5.2 In of aan de rand van de dorpskern
Beschrijving van het gebiedstype
Het aanwezige water in de dorpskommen is essentieel voor de beleving en gebruikswaarde van de openbare
ruimte in de dorpskommen. Het water vormt veelal een structurerend element in de dorpskom en het dorp
verleent hier vaak haar identiteit aan. De gebieden aan de rand van een dorp worden over het algemeen ge
kenmerkt door bebouwing aan de ene zijde en landschap aan de andere zijde. De bebouwing varieert van wo
ningbouw tot bedrijvigheid. Het landschap bestaat veelal uit water of agrarische gronden. Oude dorpen heb
ben altijd een hechte relatie met het landschap gehad. De dorpen hebben zich vaak ontwikkeld vanuit een
waterweg en/of landweg. De dorpse structuur heeft meestal een landschappelijke basis die vaak nog herken
baar aanwezig is. De betekenis van de groene ruimtes langs de dorpsranden bepalen in grote mate de ruimte
lijke kwaliteit van deze randen. De kenmerken zijn geleidelijke overgangen van dorp naar landschap, open
zicht vanuit het dorp naar het landschap en andersom en daarmee kenmerkende groene dorpssilhouetten. De
woonschepen zijn beeldbepalende elementen in het dorpsaanzicht.
Een algemeen knelpunt van woonschepen in en aan de rand van de bebouwde kom is, dat door de situering
van een woonschip aan openbaar water en oever er altijd een conflict ontstaat van een achterkantsituatie aan
een openbaar gebied. In feite heeft een woonschip altijd te maken met twee voorkanten, zodat zowel het
woonschip zelf als het oevergebruik en het privégebruik daarvan in de bebouwde kom zorgvuldig van aard
moeten zijn. De woonschepen kunnen met hun bijgebouwen en schuttingen een gesloten wand vormen, die
Welstandsnota voor woonschepen 2012
3/7