Woonarken
Massa en vorm
Het woonschip kent een rustige verschijningsvorm en eenduidig volume;
De hoofdvorm van de woonark is een eenvoudige, duidelijke, karakteristieke rechthoekige vorm;
De woonark heeft een heldere dakvorm in de vorm van een plat, licht gebogen of hellend dak, met een
helling van maximaal 15°;
Het dak heeft een minimaal overstek van 10 cm;
Een aan-, op- of uitbouw past qua vormgeving bij de bestaande woonark;
De lange zijden van woonarken vergen een goede gevelindeling om te voorkomen dat ze ogen als een
schutting met een deur raam erin. Dit betekent dat de straatzijde van de ark minimaal 15% transparant
moet zijn. De vorm en plaatsing van ramen zijn in relatie tot elkaar (bijvoorbeeld op één lijn, zelfde vorm
en afmeting als bestaand) en passen bij het ontwerp van de woonark;
De afmetingen van de aan-, op- of uitbouw moeten in een evenwichtige verhouding staan ten opzichte van
de afmetingen van de onderbak, casco of ponton;
De aan-, op- of uitbouw mag de buitenmaten van de bak of het casco nergens overschrijden;
De maximale hoogte van de opbouw (als toevoeging aan de bestaande hoofdvorm op het bestaande dak)
bedraagt 1.00 m.
Detaillering
De detaillering dient afgeleid te zijn van of passend bij het bestaande of bij de originele details van de
woonark.
Materiaal en kleur
Er moeten natuurlijke (lijkende) materialen toegepast worden. Dit om het woonschip een zoveel mogelijk
terughoudend uiterlijk te geven, passend in de omgeving. Steenachtig materiaal (metselwerk, dakpannen)
is niet toegestaan;
Ook voor de kleuren geldt dat deze terughoudend moeten zijn en moeten passen in de omgeving. Wit en
andere felle kleuren zijn dan ook niet toegestaan;
De aan-, op- of uitbouw dient zorgvuldig en terughoudend in materiaal en kleurgebruik, passend bij de be
staande woonark, uitgevoerd te worden;
Kozijnen in de aan-, op- of uitbouw dienen zorgvuldig en terughoudend in materiaal en kleurgebruik, pas
send bij de bestaande woonark, uitgevoerd te worden
Overig
Toevoegingen zoals schotelantennes en veiligheidshekken, dienen te integreren in het totaalbeeld en mo
gen niet domineren.
Historische woonschepen
Massa en vorm
De hoofdvorm van de woonboot moet herkenbaar blijven. Dit betekent een duidelijk herkenbare voor- en
achtersteven;
De vorm moet zoveel mogelijk aansluiten bij de zeeg en de vorm van de romp; de luikenkap/roef mag de
lijn/vorm van het onderschip niet verstoren;
De lange zijden van de woonboot zijn, wat hoofdvorm betreft, symmetrisch;
Een aan-, op- of uitbouw past qua vormgeving bij de bestaande contouren van de (oorspronkelijke) woon
boot;
De gangboorden van de woonboot, voor zover aanwezig, moeten vrijgelaten worden;
De aan-, op- of uitbouw mag de buitenmaten van de romp of het casco nergens overschrijden;
Het dak zit in de zeeg van de romp (indien aanwezig);
Het dak is licht gebogen in dwarsrichting, flauw hellend (maximaal 15°);
Dakramen, koekoeks en lichtkoepels mogen plat in het dak worden aangebracht;
Dakterrassen zijn op de stuurhut niet toegestaan.
Detaillering
De detaillering dient afgeleid te zijn van of passend bij reeds bestaande of originele details van het schip;
Materiaal en kleur
1 De woonboot moet qua materiaal- en kleurgebruik passen in het beeld van de omgeving van de ligplaats
(bijvoorbeeld binnenstad of buitengebied), tenzij vanuit historische waarde anders is gewenst;
Welstandsnota voor woonschepen 2012
6/7