5.3 De gemeente Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd een vergoeding in rekening te
brengen voor het innemen van een ligplaats, voor zover er bij het innemen van een ligplaats gebruik
wordt gemaakt van eigendommen van de gemeente.
5.4 Het bepaalde in artikel 2, derde lid, aanhef en onder a ten tweede van de ligplaatsenverordening ge
meente Boarnsterhim 2012 is van toepassing op permanent bewoonde woonschepen.
Artikel 6. Aanvraag en beslistermijn
6.1 Er kan een aanvraag om ligplaatsvergunning worden ingediend voor de op grond van artikel 5.1 aan
gewezen plaatsen;
6.2 Bij de aanvraag worden als bijlagen in ieder geval gevoegd:
a. Kopie van de verkrijgingstitel;
b. Indien van toepassing: kopie van inschrijving in scheepskadaster.
6.3 Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag of op het verzoek
aanvullend verstrekte gegeven.
Artikel 7. Weigering ligplaatsvergunning en vergunningsvoorwaarden
7.1 Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:
a. voor de ligplaats al een vergunning is verleend en deze nog geldig is;
b. het woonschip belemmeringen of gevaarlijke situaties veroorzaakt voor verkeer te water of op de
wal;
c. vergunningverlening zou leiden tot afwijking van het bestemmingsplan en de BAG;
d. de afmetingen van het woonschip niet voldoen aan het bepaalde in de visie permanent bewoonde
woonschepen 2012 en/of artikel 10 van deze verordening;
e. de afmetingen van het woonschip weliswaar voldoen maar de aangevraagde afmetingen onmoge
lijk zijn als gevolg van plaatselijke omstandigheden van de betreffende ligplaats;
f. het uiterlijk van het woonschip of de plaatsing van bijbehorende bouwwerken naar het oordeel
van het college niet voldoet aan de door de gemeenteraad vast te stellen welstandsnota voor
woonschepen 2012;
g. niet wordt voldaan aan de veiligheids- en inrichtingseisen als genoemd in artikel 11 en/of de na
dere veiligheids- en inrichtingseisen opgelegd door het college op grond van artikel 11 lid 3;
h. het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen twaalf weken na het indienen van de aanvraag
met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen;
i. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de woonark niet wordt gebruikt voor permanente
bewoning.
7.2 Aan een ligplaatsvergunning kan het college voorwaarden verbinden.
Artikel 8. Wijziging tenaamstelling ligplaatsvergunning
8.1 De oude en de nieuwe eigenaar van een woonschip zijn gehouden bij een wijziging van de tenaamstel
ling als bedoeld in artikel 4, lid 3, dit schriftelijk aan het college te melden. Het college stelt, behou
dens in uitzonderlijke gevallen, de vergunning op naam van de rechtverkrijgende.
8.2 Bij het verzoek dienen de oude en de nieuwe eigenaar schriftelijk te verklaren dat het woonschip en
de overige gegevens als bedoeld in artikel 4 lid 3 niet zijn gewijzigd zonder, of in strijd met, een op
grond van de Algemene plaatselijke verordening of deze verordening benodigde respectievelijk ver
leende vergunning. Bij het verzoek wordt een kopie van de verkrijgingstitel gevoegd.
Artikel 9. Wijziging ligplaatsvergunning
9.1 Als wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, anders dan de enkele wijziging van een te
naamstelling als bedoeld in artikel 8, dient de eigenaar vooraf bij het college een aanvraag tot wijzi
ging van de ligplaatsvergunning in.
9.2 Op de aanvraag en de beslissing tot wijziging van een ligplaatsvergunning, zoals bedoeld in dit artikel,
is het bepaalde in artikelen 6, 7 en 4 lid 2 en 3 van toepassing.
Artikel 10. Afmetingen woonschip, bijgebouw en ontheffing
10.1 De maximum afmetingen van een woonark in en aan de rand van de dorpskommen zijn:
a-,Inhoud: 350 m3
b. Lengte: 20 meter
Verordening permanent bewoonde woonschepen Boarnsterhim 2012/3