Pagina 6
b. de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;
c. het woonschip gedurende twaalf tot maximaal zesentwintig aaneengesloten weken niet op de
ligplaats aanwezig is zonder voorafgaande schriftelijke melding aan het college;
d. het woonschip langer dan zesentwintig aaneengesloten weken niet op de ligplaats aanwezig is
zonder voorafgaand schriftelijk gevraagde en voorafgaand verkregen toestemming van het colle
ge;
e. de vergunninghouder dat verzoekt.
f. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de woonark niet wordt gebruikt voor permanente
bewoning.
12.2 Het college kan, met inachtneming van het hetgeen is opgenomen in artikel 22, de ligplaatsvergunning
intrekken als:
a. niet of niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;
b. het uiterlijk van het woonschip of de ligplaats met bijbehorende bouwwerken, waarop de vergun
ning betrekking heeft, naar het oordeel van het college niet voldoet of niet langer voldoet aan de
welstandscriteria opgenomen in de welstandsnota voor woonschepen 2012;
Artikel 13. Repareren, (ver)bouwen, slopen, droogzetten en onderhoud
13.1 Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college in al dan niet openbaar water:
shaan een woonschip reparaties te verrichten;
a. een woonschip te bouwen, te verbouwen of te vergroten;
b. een vaartuig tot woonschip om te bouwen dan wel tot woonschip te verbouwen.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor noodreparaties en voor kleine, tot het normale
onderhoud behorende reparaties.
13.2 Bij de aanvraag om een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt tenminste gevoegd een toe
reikende omschrijving van de te verrichten werkzaamheden en bouwtekeningen van de bestaande en
beoogde situatie.
13.3 Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag of op verzoek
aanvullend verstrekte gegevens.
13.4 De vergunning wordt geweigerd indien, ingeval van verlening:
a. het woonschip niet zou voldoen aan het bepaalde in artikel 10 en 11;
b. het uiterlijk van het woonschip naar het oordeel van het college afbreuk doet aan het aanzien
van de gemeente.
13.5 Het college kan aan de vergunning voorwaarden verbinden.
13.6 Het is verboden een woonschip te slopen of droog te zetten op andere dan door het college aangewe
zen plaatsen.
Artikel 14. Aanwijzingen van het college
14.1 Het college kan aan de rechthebbende op een woonschip aanwijzingen geven met betrekking tot het
innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezond
heid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
14.2 De rechthebbende op een woonschip is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzin
gen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.
Artikel 15. Bedrijfsmatige activiteiten op woonschepen
Het is toegestaan gedeelten van het woonschip te gebruiken ten behoeve van aan huis verbonden beroepen
overeenkomstig het planologisch beleid van de gemeente Boarnsterhim.
Artikel 16. Overige bepalingen
16.1 Het is verboden in al dan niet openbaar water met een woonschip ligplaats in te nemen of te hebben
of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen:
a. waarbij, met inachtneming van het hetgeen is opgenomen in artikel 22, in strijd wordt gehandeld
met de van toepassing zijnde welstandsnota voor woonschepen 2012, waardoor het uiterlijk naar
het oordeel van het college afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;
b. indien dat naar het oordeel van het college een gevaar oplevert voor de openbare orde en veilig
heid, de volksgezondheid en/of de bescherming van het milieu.
16.2 Aansluiting op de riolering
Verordening permanent bewoonde woonschepen Boarnsterhim 2012/6