Naast de ligplaatsvergunning (die ziet op het met een woonschip in openbaar water een aangewezen ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen) kan op grond van deze verordening een vergunning nodig zijn voor bepaalde (ver)bouwactiviteiten ten aanzien van vaartuigen en woonschepen in openbaar water. Het gaat daarbij om de bouw en verbouw (inclusief vergroting) van, of reparatiewerkzaamheden aan, een woonschip en om het ombouwen of verbouwen van een (ander) vaartuig tot woonschip. Van de vergunningplicht zijn uitge zonderd de tot het regulier onderhoud behorende kleine reparaties en noodreparaties. De aanvraag moet toe gelicht worden door een genoegzame omschrijving van de beoogde werkzaamheden, vergezeld van bouwteke ningen van de oude en nieuwe situatie. Het college beschikt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag respectievelijk na ontvangst van eventueel aanvullend verstrekte gegevens. De vergunning wordt geweigerd indien bij bijvoorbeeld de verbouwing niet wordt voldaan aan de eisen, genoemd in artikel 10 en 11 (afmetin gen en veiligheids/inrichtingseisen) of de aangevraagde werkzaamheden er naar het oordeel van het college toe leiden dat er afbreuk aan het aanzien van de gemeente wordt gedaan. Verder kunnen er aan de vergun ning voorwaarden worden verbonden. Tot slot geldt op dit punt, dat bijvoorbeeld een verbouwing van een woonschip er toe kan leiden dat de in de ligplaatsvergunning vermelde gegevens (afmetingen, uiterlijk aan zien e.d.) aangepast moeten worden. In dat geval dient ook om wijziging van de ligplaatsvergunning te wor den verzocht. Verder bevat artikel 13 het verbod om woonschepen te slopen of droog te zetten op andere dan door het college aangewezen plaatsen. Met deze bepaling wordt onder meer beoogd te voorkomen dat zich gevaarlijke en/of milieuhygiënisch ongewenste situaties voordoen. Artikel 14 Aanwijzingen van het college Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid voor het college om aanwijzingen te geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, vei ligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente. De aanwijzingsbevoegdheid ziet primair op inci dentele maatregelen. Men denkt bijvoorbeeld aan het geval bij een ligplaats door derden werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en het woonschip in verband daarmee tijdelijk moet worden verlegd. Een aanwij zing kan gegeven worden aan een rechthebbende op een woonschip en dient door betrokkene te worden op gevolgd. Anders dan bij het vergunningenregime voor ligplaatsen (artikel 4, 8 en 9) is hier gekozen voor het begrip 'rechthebbende' in plaats van 'eigenaar'. Het rechthebbendenbegrip is ruimer. Behalve aan de eige naar van een woonschip kunnen aanwijzingen ook gegeven worden aan anderen die als rechthebbend kunnen worden aangemerkt, zoals huurders. Artikel 15 Bedrijfsmatige activiteiten op woonschepen Een woonschip is uitsluitend of in hoofdzaak bedoeld voor de woonfunctie. Het is toegestaan gedeelten van het woonschip te gebruiken ten behoeve van aan huis verbonden beroepen mits er aan een aantal voorwaar den is voldaan. Deze zijn ontleend aan het planologisch beleid van de gemeente Boarnsterhim. De inhoud daarvan spreekt voor zichzelf en behoeft geen nadere toelichting. Artikel 16 Overige bepalingen In artikel 16 is volledigheidshalve tot uitdrukking gebracht dat woonschepen in al dan niet openbaar water en/of ligplaatsen, niet in strijd mogen zijn met de van toepassing zijnde welstandscriteria en waardoor af breuk wordt gedaan aan het aanzien van de gemeente. Bij de beoordeling daarvan komt het college beoorde lingsvrijheid toe. Doel van de bepaling is onder meer om ontsiering te voorkomen als gevolg van achterstallig onderhoud of reiniging, verwaarlozing en dergelijke. Te denken valt ook aan (gedeeltelijk) gezonken of ern stig scheefhangende woonschepen, waarmee normaliter eveneens afbreuk aan het aanzien van de gemeente wordt gedaan. Een vergelijkbaar verbod is opgenomen ten aanzien van ligplaatssituaties en woonschepen die naar inzicht van het college gevaar opleveren voor de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid en/of de bescherming van het milieu. In het tweede lid is de verplichting vervat om een woonschip aan te sluiten op het openbare riool. In artikel 16 lid 3 is tot slot de aansluiting ten aanzien van het distributienet van de open bare waterleiding geregeld. Artikel 17 Anti-hardheid Een logisch gevolg van een algemene regeling is, dat deze niet altijd door alle betrokkenen als billijk wordt ervaren. Het is immers niet mogelijk om met regelgeving die algemeen werkt (voor een onbepaalbaar aantal personen in een onbepaalbaar aantal gevallen) volledig aansluiting te vinden bij elke individuele situatie. Daarnaast is in veel regelingen een zgn. antihardheidsbepaling opgenomen. Zo ook in deze verordening. In ar tikel 17 is voorzien in de bevoegdheid voor het college om van het bepaalde in de verordening af te wijken als toepassing daarvan in een bepaald geval leidt tot een onevenredig onbillijke situatie. Deze bepaling is be doeld voor uitzonderlijke gevallen en van de bevoegdheid wordt zeer terughoudend gebruik gemaakt. Pagina 13 Verordening permanent bewoonde woonschepen Boarnsterhim 2012/13

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 93