d. Bouwhoogte: 3 meter boven de waterlijn 10.5 De maximum afmetingen voor een bijgebouw in het open landschap zijn: a. Opper/lakte: 25 m2 b. Bouwhoogte: 3 meter 10.6 Het college kan, in verband met de voorzieningen als bedoeld in artikel 1 lid 2, ontheffing verlenen van de lengte en breedte maat tot een maximum van 0,5 meter per gevel mits dat niet leidt over schrijding van de grens van de waterkavel, genoemd in artikel 11 lid 1 sub k. 10.7 De maximum afmetingen voor een historisch woonschip, gelegen in en aan de rand van de dorpskom men zijn: a. Lengte: 26 meter b. Breedte: 6 meter c. Hoogte luikenkap: 2,7 meter boven de waterlijn d. Hoogte stuurhut: 5 meter boven de waterlijn e. Hoogte opbouw: 0,9 meter boven gangbord (exclusief stuurhut en roef) Opbouw mag de onderbouw niet domineren 10.8 Om te bepalen of een woonschip gelegen is in en aan de rand van de dorpskommen of in het open landschap zijn de Iigplaatsenkaarten, welke aan deze overeenkomst zijn gekoppeld, overeenkomstig van toepassing. De situering weergegeven op de Iigplaatsenkaarten betreft de situering op het moment van vaststelling van de verordening permanent bewoonde woonschepen Boarnsterhim 2012. Artikel 11. Veiligheids- en inrichtingseisen 11.1 Ingeval van verlening van een vergunning op grond van deze verordening, gelden als veiligheids- en in richtingseisen: a. Een woonschip wordt uitsluitend afgemeerd aan daartoe bestemde, deugdelijke afmeermiddelen. b. Een woonschip is lekvrij en waterdicht; c. Een woonschip waarvan het drijvende deel bestaat uit een stalen casco heeft een scheepswand met een plaatdikte van minimaal 3,0 millimeter. d. De opbouw beschikt over voldoende sterkte, stijfheid en stabiliteit, waarvan moet blijken uiteen berekening, uit te voeren naar analogie van de in het Bouwbesluit gestelde voorschriften. e. De toegang tot/vluchtweg van het woonschip sluit direct aan op de wal en is tenminste 0,85 meter breed; f. De vluchtweg (loopplank, steiger) is zodanig gelegen dat, vanuit het woonschip komend, op de wal zonder obstakels zowel naar links als naar rechts kan worden gevlucht; g. Een beweegbaar constructieonderdeel, niet zijnde een nooddeur, bevindt zich in geopende stand niet boven een loopplank of steiger waarover een vluchtroute voert. h. De loopafstand tussen de toegang van een verblijfsruimte in het woonschip en een ingang van het woonschip die aansluit op de loopplank of steiger van waaruit de vluchtroute buiten het woon schip begint, bedraagt ten hoogste 15 meter; i. De sub h genoemde loopafstand kan maximaal 25 meter zijn als: - In alle voor mensen toegankelijke ruimten, met uitzondering van een toilet- of badruimte, een niet-ioniserende rookmelder volgens de eisen in NEN 2555 is aangebracht, die is aangesloten op een voorziening voor elektriciteit, zoals is aangegeven in NEN 2555. - Bij het in alarmfase gaan van één rookmelder in elke verblijfsruimte een geluidniveau hoorbaar is van ten minste 65 dB(A), doch niet meer dan 85 dB(A). j. Op het moment dat wanneer de loopafstanden langer worden dan 25 meter dient er een 2e ont vluchting gecreëerd te worden waarbij de bewakingsvorm zoals genoemd in artikel 11.1 onder i van overeenkomstige toepassing is; k. De afstand tussen twee naast of achter elkaar liggende woonschepen bedraagt ten minste 5 me ter. Deze tussenafstand wordt tot stand gebracht doordat met elk der woonschepen een afstand van tenminste 2,5 meter tot de daartussen gelegen grens van de waterkavel in acht wordt geno men; l. Het college kan ontheffing verlenen van de eis van 5 meter tussenruimte, als bedoeld sub k, tot een minimum van 1,5 meter, indien de wanden die grenzen aan naastliggende woonschepen vol doen aan de volgende eisen: 1. de in deze wanden aanwezige deur- en raamconstructies en mogelijke doorvoeringen bezitten een brandwerendheid van 30 minuten conform de NEN-norm 6068, 2. in de wanden bevinden zich geen draaiende delen anders dan zelfsluitende deuren, en 3. de wanden bezitten een brandvoortplantingsklasse van 2 of minder conform de NEN-norm 6064. Pagina 4 Verordening permanent bewoonde woonschepen Boarnsterhim 2012/4

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 98