m. Materiaal ter plaatse vari of nabij een stookplaats voldoet aan brandklasse A1 of voor zover het de bovenzijde van een vloer, een trap of een hellingbaan betreft aan brandklasse A1fl, beide bepaald voig0p,s NEN-EN 13501-1, indien i 1. op het materiaal een intensiteit aan warmtestraling kan optreden die, bepaald volgens NEN 6061, groter is dan 2 kW/m2, of 2. in het materiaal een temperatuur kan optreden die, bepaald volgens NEN 6061, hoger is dan 90 °C. n. Een voorziening voor de afvoer van rook is brandveilig uitgevoerd, conform NEN -norm 6062. o. Het brandgevaar van materiaal ter plaatse van of nabij een stookplaats is onbrandbaar, bepaald volgens NEN 6064, indien: 1op het materiaal een intensiteit aan warmtestraling kan optreden die, bepaald volgens NEN 6061, groter is dan 2 kW/m2, of 2. in het materiaal een temperatuur kan optreden die, bepaald volgens NEN 6061, hoger is dan 90 °C. p. Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de binnenlucht voldoet aan brandklasse D en aan rookklasse s2, beide bepaald volgens NEN-EN 13501-1. q. Het dak van een woonschip is niet brandgevaarlijk, conform NEN-norm 6063; r. De woonschepen voldoen aan de criteria voor daglicht en ventilatie overeenkomstig het bouwbe sluit. 11.2. Bij een verzoek om ontheffing van het bepaalde in het eerste lid onder l wordt een toelichting met tekeningen of een deskundigenrapport gevoegd, waaruit blijkt dat aan de betreffende eisen is vol daan. Het college wint advies in bij de (regionale) brandweer. 11.3. Het college kan, indien de veiligheid van de woonschipbewoners of omwonenden dat vereisen, nadere veiligheids- en inrichtingseisen aan de woonschipeigenaar opleggen met betrekking tot het woonschip en/of de onmiddellijke omgeving van dat woonschip. Artikel 12. Intrekken ligplaatsvergunning 12.1 Het college kan de ligplaatsvergunning intrekken als: a. de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend; b. de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie; c. het woonschip gedurende twaalf tot maximaal zesentwintig aaneengesloten weken niet op de ligplaats aanwezig is zonder voorafgaande schriftelijke melding aan het college; d. het woonschip langer dan zesentwintig aaneengesloten weken niet op de ligplaats aanwezig is zonder voorafgaand schriftelijk gevraagde en voorafgaand verkregen toestemming van het colle ge; e. de vergunninghouder dat verzoekt. f. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de woonark niet wordt gebruikt voor permanente bewoning. 12.2 Het college kan, met inachtneming van het hetgeen is opgenomen in artikel 22, de ligplaatsvergunning intrekken als: a. niet of niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften; b. het uiterlijk van het woonschip of de ligplaats met bijbehorende bouwwerken, waarop de vergun ning betrekking heeft, naar het oordeel van het college niet voldoet of niet langer voldoet aan de welstandscriteria opgenomen in de welstandsnota voor woonschepen 2012; Artikel 13. Repareren, (ver)bouwen, slopen, droogzetten en onderhoud 13.1 Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college in al dan niet openbaar water: a. een woonschip te bouwen, te verbouwen of te vergroten; b. een vaartuig tot woonschip om te bouwen dan wel tot woonschip te verbouwen. 13.2 Bij de aanvraag om een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt tenminste gevoegd een toe reikende omschrijving van de te verrichten werkzaamheden en bouwtekeningen van de bestaande en beoogde situatie. 13.3 Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag of op verzoek aanvullend verstrekte gegevens. 13.4 De vergunning wordt geweigerd indien, ingeval van verlening: a. het woonschip niet zou voldoen aan het bepaalde in artikel 10 en 11; b. het uiterlijk van het woonschip naar het oordeel van het college afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente. 13.5 Het college kan aan de vergunning voorwaarden verbinden. Pagina 5 Verordening permanent bewoonde woonschepen Boarnsterhim 2012/5

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2012 | | pagina 99