Het verbod van artikel 2 van de wet voor de werkdagen staat in het eerste lid, onder c en houdt
in dat de winkels niet tussen 22 en 6 uur open mogen zijn. Hetzelfde geldt voor straatverkoop
(art 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet). Er kunnen dus gebieden worden aangewezen waar de
winkels door de week wel tussen 22 en 6 uur open mogen zijn en waar straatverkoop mag
plaatsvinden. Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid gebieden of vormen van detailhandel
aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. De gemeenteraad kan dit rechtstreeks in de veror
dening doen. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend.
De modelverordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belang
rijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich
verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde.
De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.
Aan de ontheffing kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip
geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaan
stad)
In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstel
ling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de
uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordening geregeld.
Artikel 10. Toerisme
De grondslag van het artikel in de modelverordening is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkel
tijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis
van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Artikel 3, derde
lid, aanhef en onder a van de wet luidt:
3. De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde
verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in die
verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe
strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:
a. op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht
voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de
vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt;
Door het wetsvoorstel 31728 wordt dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt in die zin
dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het col
lege bij zijn besluit nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:
a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt
begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,
b. de zondagsrust in de gemeente, en
c. de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.
Verder bepaalt het wetsvoorstel dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd
waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente
of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de
besluitvorming zijn betrokken, in elk geval die belangen die hiervoor onder a, b en c zijn ge
noemd.
Pagina 19
3 04 Bijlage Winkeltijdenverordening 2013.doc/19