Pagina 2
2. Een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is een wettelijke verplichting
Een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingplan kan worden verleend indien de activiteit
niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering een goede ruimtelijke onderbouwing be
vat (artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wabo). Het college van burgemeester en wethouders is het bevoegde be
stuursorgaan om te beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning. Op basis van artikel 6.5 lid 1 van het
Besluit omgevingsrecht (Bor), moet de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgeven alvorens
het college een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan kan verlenen. Deze verkla
ring van geen bedenkingen kan slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening.
Ingevolge de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb.) moet een omgevingsvergunning
met uitgebreide procedure in ontwerp ter inzage worden gelegd voor zienswijzen. Door het afgeven van een
ontwerpverklaring van geen bedenkingen geeft uw raad aan in principe geen bedenkingen te hebben tegen
het voorgestelde plan.
3. Indien geen zienswijzen zijn ingediend kan de ontwerpverklaring beschouwd worden als definitieve
verklaring
Door in te stemmen met het beschouwen van de ontwerpverklaring van geen bedenkingen als definitieve ver
klaring van geen bedenkingen wanneer geen zienswijzen worden ingediend, wordt een volgend raadsbesluit,
zonder nieuwe inzichten, voorkomen hetgeen aanzienlijke tijdswinst oplevert.
Gedurende een periode van zes weken kunnen zienswijzen door een ieder worden ingediend ten aanzien van
de ontwerp-omgevingsvergunning. Wanneer hier geen gebruik van wordt gemaakt levert het aanzienlijlf^
tijdswinst op om de ontwerpverklaring van geen bezwaar als definitieve verklaring te beschouwen.
Kanttekeningen
Ter verheldering van hoe om te gaan met eventuele zienswijzen en de af te geven (ontwerp)verklaring van
geen bedenkingen zijn beide opties en bijbehorende werkwijze onderstaand omschreven:
1Er zijn geen zienswijzen ontvangen:
Het college van burgemeester en wethouders is het bevoegde bestuursorgaan om te beslissen op een
aanvraag om omgevingsvergunning (voor het afwijken van het bestemmingsplan). Deze omgevingsver
gunning kan pas worden verleend door het college als de gemeenteraad hier/oor een verklaring van
geen bedenkingen heeft afgegeven. De definitieve verklaring gaat echter eerst voor door een ont
werpverklaring van geen bedenkingen. Hierna kan het college pas een ontwerpbe-
sluit(omgevingsvergunning) afgeven. Het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken liggen ter inzage
voor zienswijzen. Wij vragen de raad om er mee in te stemmen een ontwerpverklaring voor het voor
gestelde plan af te geven en er tevens mee in te stemmen om deze te beschouwen als een definitieve
verklaring indien er geen zienswijzen worden ontvangen. De raad zal in dit geval niet nogmaals hier
over worden benaderd om een uitspraak te doen.
2. Er zijn wel zienswijzen ontvangen: A
Maar wat als er nu wel zienswijzen worden ingediend? Dan kan het college de ontwerpverklaring van ge^r
bedenkingen niet automatisch als een definitieve verklaring beschouwen. In dit geval zullen de zienswij
zen door het college worden behandeld en beoordeeld. Vervolgens zal het college de zienswijzen, en
haar beoordeling/advies op deze zienswijzen met het ontwerpbesluit en de ontwerpverklaring van geen
bedenkingen aan de raad opsturen. De raad zal vervolgens moeten oordelen of en in welke vorm de defi
nitieve verklaring wordt afgegeven. Het college kan echter niet eerder een definitief besluit op de aan
vraag omgevingsvergunning nemen dan nadat de raad de definitieve verklaring heeft afgegeven.
Indien er geen verklaring van geen bedenkingen wordt afgegeven, moet ook de omgevingsvergunning
worden geweigerd. Zo volgt uit artikel 2.20 a van de Wabo.
Er is overleg gevoerd met
Afdeling PuZa en BOP
Wettelijke/contractuele verplichting
Ingevolge artikel 2.10, lid 2 Wabo dient een aanvraag omgevingsvergunning welke in strijd is met bestem
mingsplan te worden gezien als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit bedoeld in artikel 2.1, lid
1, sub c, dus als een verzoek om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan.
3 05 rv wgb kaatsveld Akkrum.doc/2 2/3