BOARNSTERHIM
gemeente
W
MEMO
Aan De raad van de gemeente Boarnsterhim
Van burgemeester wethouders
Betreft Stand van zaken beëindiging gemeenschappelijke regelingen i.v.m. de herindeling
Datum 18 september 2013
Beh. ambt. M. Gelissen
De gemeente Boarnsterhim neemt deel aan een aantal gemeenschappelijke regelingen. De herindeling van de
gemeente Boarnsterhim heeft gevolgen voor al deze gemeenschappelijke regelingen. Middels deze memo wil
len wij uw raad informeren over de stand van zaken bij de afwikkeling van onze deelname aan de gemeen
schappelijke regelingen.
Uitgangspunt bij de afwikkeling van de deelname van de gemeente Boarnsterhim aan de gemeenschappelijke
regelingen is artikel 41 van de Wet algemene regels herindeling (hierna: de Wet Arhi).
Artikel 41 van de Wet Arhi luidt:
1. Gemeenschappelijke regelingen waaraan uitsluitend wordt deelgenomen door gemeenten welker gebied in
zijn geheel tot een en dezelfde gemeente komt te behoren, vervallen met ingang van de datum van herin
deling. Het bestuur van die gemeente treft in verband hiermede de nodige voorzieningen.
2. In een herindelingsregeling kan het bepaalde in het eerste lid van overeenkomstige toepassing worden
verklaard ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen waaraan uitsluitend wordt deelgenomen door
gemeenten welker gebied grotendeels tot een en dezelfde gemeente komt te behoren.
3. De overige gemeenschappelijke regelingen waaraan bij een wijziging van de gemeentelijke indeling be
trokken gemeenten deelnemen, blijven ongewijzigd van kracht, met dien verstande dat de betrokken her
indelingsregeling de gemeente of gemeenten aanwijst die, zolang nog geen uitvoering is gegeven aan het
vierde of vijfde lid van dit artikel, voor de toepassing van de regeling in de plaats treedt onderscheidenlijk
treden van op te heffen gemeenten.
4. De deelnemers aan een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in het derde lid treffen, voor zoveel no
dig, binnen zes maanden na de datum van herindeling met toepassing van de Wet gemeenschappelijke re
gelingen de uit de gewijzigde gemeentelijke indeling voortvloeiende voorzieningen. Zij kunnen daarbij af
wijken van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot wijziging en opheffing
van de regeling en het toe- en uittreden van deelnemers. De in de eerste volzin genoemde termijn kan
door gedeputeerde staten van de betrokken provincie of, zo de regeling uitsluitend tussen burgemeesters
is aangegaan, door de commissaris van de Koning in die provincie met ten hoogste zes maanden worden
verlengd.
5. Indien de voorzieningen, bedoeld in het vierde lid, niet binnen de daarvoor gestelde termijn zijn getrof
fen, kan dit geschieden door gedeputeerde staten of, zo de regeling uitsluitend tussen burgemeesters is
aangegaan, door de commissaris van de Koning.
6. De leden van bij gemeenschappelijke regeling ingestelde organen, aangewezen door de vóór de datum van
herindeling bevoegde gemeentebesturen, blijven in deze organen zitting hebben totdat de na de datum
van herindeling bevoegde gemeentebesturen, zo nodig met afwijking van hetgeen in de gemeenschappe
lijke regeling ten aanzien van de zittingsduur is bepaald, in de aanwijzing hebben voorzien.
7. De voorgaande leden zijn niet van toepassing ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen die van
kracht zijn voor een gebied waarvan de omvang bij of krachtens wet dan wel bij koninklijk besluit is vast
gesteld.