Schaalvergroting
Schaalvergroting doet zich binnen vrijwel alle branches voor. Binnen de
foodsector betekent het onder andere dat supermarkten groter zijn
geworden, maar ook speciaalzaken zijn groter en specifieker geworden. Het
aantal speciaalzaken (slager, bakker, AGF) is de afgelopen jaren duidelijk
afgenomen. In veel plattelandskernen zijn de speciaalzaken vaak al geheel
verdwenen; zo is in Grou bijvoorbeeld geen groentewinkel meer aanwezig.
Een andere opvallende branche waar de schaalvergroting zich vooral heeft
voorgedaan is die van de bouwmarkten en tuincentra. In de centra van
dorpen bestaat dikwijls ruimtegebrek voor zulke winkels. Grootschalige
ontwikkelingen zijn dan ook vaak gedwongen om uit te wijken naar de
periferie, naar de randen van de plaatsen. Door de schaalvergroting - veelal
voortkomend uit een grotere assortimentswens van de consument - kunnen
kleinere ondernemers niet altijd meer in elk dorp aanwezig blijven.
Toename mobiliteit en concurrentie tussen centra
Al in de vorige eeuw is de mobiliteit en vooral het gebruik van de auto enorm
toegenomen. Dit heeft nog steeds enorme gevolgen voor het winkelbeeld.
De consument heeft veel meer keus gekregen en kan eenvoudig meerdere
winkelgebieden bezoeken. Vooral het aantal buurtwinkels is hierdoor
afgenomen, omdat de consument vaker kiest voor een groter aanbod op
relatief geringe afstand. Afstand is nog altijd zeer bepalend in het
keuzegedrag van de consument, maar niet meer allesbepalend. Veel
consumenten bezoeken dan ook regelmatig meerdere winkelgebieden om al
hun aankopen te verrichten. Voor elk winkelgedrag (shopping, gericht
boodschappen halen ed.) kan de consument een ander winkelcentrum
bezoeken en doet dat dan ook regelmatig.
Ook in plattelandsgebieden is hiervan sprake, maar aangezien de afstanden
hier groter zijn dan in stedelijke gebieden neemt de afhankelijkheid van een
vervoermiddel toe. Wanneer in een kleinere kern in het Noorden een
voorziening verdwijnt, dan betekent dit vaak dat de inwoners niet meer met
de fiets hun boodschappen kunnen halen. Hoewel mensen gemiddeld langer
mobiel blijven is juist op het platteland de vergrijzing sterk aanwezig. Niet
iedereen heeft de beschikking over een auto en/of rijbewijs. Bovendien biedt
het openbaar veivoer in veel gevallen geen alternatief. De keuzevrijheid van
de consument wordt hierdoor beperkt. Centra met ruime parkeermogelijk-
heden en goede openbaar vervoerverbindingen gaan daardoor op termijn
aan belang winnen.
Broekhuis Rijs Advisering
12