Van den Bosch partners
Belastingadviseurs voor overheden
Dit impliceert dat de juridisch juiste vorm is het 'vaststellen' van de belastingverordeningen.
Meer specifiek is de grondslag voor het vaststellen van deze verordeningen artikel 33 Wet Arhi. Dit
artikel luidt:
'De artikelen 28 tot en met 30 en 32 zijn van overeenkomstige toepassing op besluiten tot
vaststelling, wijziging of intrekking van belastingverordeningen die zijn genomen vóór de
datum van herindeling en die op of na die datum in werking treden.'
Nu het hier gaat om nieuwe verordeningen, betreft het dus de 'vaststelling' van
belastingverordeningen als bedoeld in dit artikel.
De nu in het raadsvoorstel gebruikte terminologie 'van toepassing verklaren' achten wij juridisch
dan ook niet juist. Noch de Gemeentewet noch de Wet Arhi geven steun voor een dergelijke
(juridische) vorm. Wij adviseren dan ook om zowel in het raadsvoorstel als in de
belastingverordeningen zelf de juridische vorm van 'vaststelling' of 'vaststellen' te gebruiken.
2.2 Begrenzing vaststelling verordeningen
In ons advies van 13 februari 2013 schreven wij:
'Het raadsvoorstel signaleert op blz. 3 terecht dat de situatie ten aanzien van Boarnsterhim
speciaal is in die zin dat het grondgebied verdeeld wordt over meer gemeenten. Om
uniformering van de tarieven met de verschillende nieuwe gemeenten Friese Meren,
Heerenveen respectievelijk Leeuwarden te bereiken dient de gemeenteraad van
Boarnsterhim eind 2013 gedifferentieerd naar de toekomstige verdeling van het grondgebied
verordeningen vast te stellen (artikel 33 van de Wet Arhi, juncto artikel 28 van de Wet Arhi).
Op vergelijkbare wijze kan uniformering met de gemeente Südwest-Fryslan bereikt worden
(artikel 33 van de Wet Arhi, juncto artikel 30 van de Wet Arhi).
Zo'n differentiatie in het licht van een herindeling naar toekomstige verdeling van het
grondgebied is naar onze mening juridisch verdedigbaar, maar is voor zover wij weten nog
niet ter toetsing aan een rechter voorgelegd.
Deze differentiatie naar de toekomstige verdeling van het grondgebied kan op twee manieren
vorm krijgen:
1. er wordt per belastingsoort één belastingverordening vastgesteld waarbinnen de tarieven
worden gedifferentieerd naar de drie deelgebieden;
2. er worden per belastingsoort drie afzonderlijke verordeningen vastgesteld voor elk van de
gedeelten van het grondgebied van Boarnsterhim die overgaan naar de toekomstige
gemeenten Heerenveen, Leeuwarden en Friese Meren.
Uit het raadsvoorstel blijkt dat is gekozen voor de tweede manier.
Wij menen dat de juridische risico's van beide manieren niet noemenswaardig van elkaar
verschillen. De tweede manier heeft onmiskenbaar praktische voordelen omdat de door de
gemeenteraad van Boarnsterhim vast te stellen belastingverordeningen inhoudelijk gelijk zijn aan
de belastingverordeningen die de gemeenteraden van de nieuwe gemeenten in januari 2014
vaststellen. Wij onderschrijven dan ook de gemaakte keuze.
Wij wijzen er wel nadrukkelijk op dat uit de belastingverordeningen die de gemeenteraad van
Boarnsterhim vaststelt duidelijk moet blijken op welk gedeelte van het grondgebied van de huidige
gemeente Boarnsterhim deze betrekking hebben. De gemeenteraad van Boarnsterhim kan immers
geen besluiten nemen die verder strekken dan de huidige gemeentegrenzen van Boarnsterhim.
Dan bestaat het risico van onverbindendheid. Wellicht kan dit in de belastingverordeningen worden
vormgegeven door het grondgebied waarop de betreffende verordening betrekking heeft expliciet
te noemen onder verwijzing naar de Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de gemeentelijke
2