Gedurende een periode van zes weken kunnen zienswijzen door een ieder worden ingediend ten aanzien van
de ontwerp-omgevingsvergunning. Wanneer hier geen gebruik van wordt gemaakt levert het aanzienlijke
tijdswinst op om de ontwerp WGB als definitieve verklaring te beschouwen.
Kanttekeningen
Ter verheldering van hoe om te gaan met eventuele zienswijzen en de af te geven (ontwerp)VVGB zijn beide
opties en bijbehorende werkwijze onderstaand omschreven:
1Er zijn geen zienswijzen ontvangen:
Het college van burgemeester en wethouders is het bevoegde bestuursorgaan om te beslissen op een
aanvraag om omgevingsvergunning (voor het afwijken van het bestemmingsplan). Deze omgevingsver
gunning kan pas worden verleend door het college als de gemeenteraad hiervoor een WGB heeft af
gegeven. De definitieve verklaring wordt echter voorafgegaan door een ontwerpverklaring. Hierna kan
het college pas een ontwerpbesluit(omgevingsvergunning) afgeven. Het ontwerpbesluit en de bijbeho
rende stukken liggen ter inzage voor zienswijzen. Wij vragen de raad om er mee in te stemmen een
ontwerp VVGB voor het voorgestelde plan af te geven en er tevens mee in te stemmen om deze te be
schouwen als een definitieve verklaring indien er geen zienswijzen worden ontvangen. De raad zal in
dit geval niet nogmaals hierover worden benaderd om een uitspraak te doen.
2. Er zijn wel zienswijzen ontvangen:
Maar wat als er nu wel zienswijzen worden ingediend? Dan kan het college de ontwerpverklaring niet au
tomatisch als een definitieve verklaring beschouwen. In dit geval zullen de zienswijzen door het college
worden behandeld en beoordeeld. Vervolgens zal het college de zienswijzen, en haar beoordeling/advies
op deze zienswijzen met het ontwerpbesluit en de ontwerpverklaring aan de raad opsturen. De raad zal
vervolgens moeten oordelen of en in welke vorm de definitieve verklaring wordt afgegeven. Het college
kan echter niet eerder een definitief besluit op de aanvraag omgevingsvergunning nemen dan nadat de
raad de definitieve verklaring heeft afgegeven.
Indien er geen WGB wordt afgegeven, moet ook de omgevingsvergunning worden geweigerd. Zo volgt uit
artikel 2.20 a van de Wabo.
Er is overleg gevoerd met
Afdeling PuZa en BOP
Wettelijke/contractuele verplichting
Ingevolge artikel 2.10, lid 2 Wabo dient een aanvraag omgevingsvergunning welke in strijd is met bestem
mingsplan te worden gezien als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit bedoeld in artikel 2.1, lid
1, sub c, dus als een verzoek om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan.
Financiële consequenties
Niet van toepassing door dit besluit.
Dit besluit maakt planologische medewerking aan de verlenging van de ligboxenstal mogelijk. In dit geval zal
een planschadeovereenkomst met initiatiefnemer worden afgesloten. Er is daarom geen reden om aan te ne
men dat de ontwikkeling financieel niet haalbaar zou zijn.
ARHI
n.v.t.
Uitvoering
De procedure wordt door de afdeling PuZa doorlopen met ondersteuning van de afdeling BOP.