HOOFDSTUK 6.
HET ZICH VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL.
Artikel 29. Vormen van vervoersvoorzieningen
De door het college te verstrekken voorziening ter compensatie van beperkingen bij het
zich lokaal verplaatsen kan bestaan uit:
a. een algemene voorziening waaronder een collectieve vervoersvoorziening;
b. een vervoersvoorziening in natura;
c. een persoonsgebonden budget te besteden aan een vervoersvoorziening.
Artikel 30. Het recht op een algemene voorziening
Een persoon als bedoeld in artikel 1eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet
kan voor de in artikel 29 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht
als aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het bereiken of het gebruik
van het openbaar vervoer onmogelijk maken.
Artikel 31Het primaat van het collectief vervoer
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet
kan voor de in artikel 29, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden
gebracht wanneer
a. aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het gebruik van een
collectief systeem als bedoeld in artikel 29, onder a., onmogelijk maken dan wel
b. een collectief systeem als bedoeld in artikel 29, onder a., niet aanwezig is.
Artikel 32 Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen
Als het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde
personen meer bedraagt dan 1,5 maal de geldende bijstandsnorm, wordt het bezit van
een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto
vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten
niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Artikel 33. Omvang in gebied en in kilometers.
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt voor de vervoersbehoefte voor
maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de
directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een
uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat
uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de
aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Pagina 11 van 38