^r,nris9ebr enrget-08 vas,s,eiiin9 van da h°°9,a
door ,a kiiken naar de '°°pa,s,and van aan aa—
Artikel 28. Terugbetaling bij verkoop.
De verordening Wet voorzieningen gehandicapten bevatte een zogenaamde anti-
door H 6 bePaNn9 k°mt in d6Ze verordenin9 terug en heeft als doel het
*Trgenaar terugbetalen van een deel van de waardestijging, die het gevolg
is van de aanpassing van de eigen woning op grond van de wet. De datum van de
van d^ b'J bePaÜnd' °mdat °P die d3tUm reeds vaststaat wat de verkoopprijs
van de woning en wat de meerwaarde ten gevolge van de aanpassing is. Het is aan het
college om te bepalen of en in hoeverre in een concrete situatie gebrSik van deze
kostenvaTheî STt aa gezien er een afweging dient plaats te vinden tussen de
Pa"n9 l,axa,le' adn— in relatie
Hoofdstuk 6. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
^el 29Vormen van te verstrekken voorzieningen
vraaofl|l^iar^'^"terVOerSVOOrZi|en'n9 8' in d® VOrm van het collectief
hï .Ter' 208 dat ZiCh V3naf 1994 onder de Wet voorzieningen
gehand|capten heeft ontwikkeld. Naast het collectief vervoer kan ook worden gedacht
mogelijkheden voor het opzetten van scootermobielpools, zoals in sommige
verzorgingshuizen al op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten gebeurde.
Ad b.
Individuele voorzieningen in natura kunnen bestaan uit een diversiteit van
vervoermiddelen, evenals onder de Wet voorzieningen gehandicapten. In de
beleidsregels c.q. het verstrekkingenbeleid wordt uitgewerkt onder welke voorwaarden
men voor een bepaald soort voorziening in aanmerking komt.
Ad c.
Belangrijkste aanvulling ten opzichte van de Wet voorzieningen gehandicapten is het
budget doot het college wordt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning uitgewerkt.
Artikel 30.Het recht op een algemene voorziening.
Door deze formulering is bepaald dat louter de aantoonbare beperkingen van de oersoon
Iraw óf e°n 70 Peukin9en Van d® bestaande vervoerssystemen bepalend zijn voor de
vraag of, en zo ja in hoeverre de aanvrager in aanmerking komt voor een voorziening
ishi t9em.een cnter,um om aanmerking te kunnen komen voor een vervoermiddel
is het ten gevolge van een beperking niet kunnen gebruiken van het openbaar vervoer
Die regel stamt uit de aan de Wet voorzieningen gehandicapten voorafgaande AAW en
tnpn«nJ r,Stre!kb"S' bijvoorbeeld voor iemand met een functionele beperking niet
durft ni t 'S' r uumT r8Cht °P 6en vervoersvoorziening. Psychische problemen (men
durft niet in een drukke bus, men is bang voor de trein) zijn daardoor in principe aeen
wordsm V°°r een 8"00™™»- Hisr «i«qu.t. voorziening getroffen
Pagina 34 van 38