Hoofdstuk 7. Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 34. Diverse typen rolstoelvoorzieninaen
Onder de Wet voorzieningen gehandicapten waren rolstoelen in de wet zelf als aparte
categorie voorzieningen opgenomen. In de Wet maatschappelijke ondersteuning is dat
niet het geval, maar aangezien met deze wet niet wordt beoogd het beleidsterrein ten
opzichte van de voorafgaande Wet voorzieningen gehandicapten te verbreden of te
versmallen, wordt de rolstoel gehandhaafd als de enige voorziening waarmee
beperkingen bij het verplaatsen in en rond de woning in het kader van de wet
gecompenseerd kunnen worden. Een definitie van een rolstoel is niet te geven, daarom
wordt hier onder het begrip "rolstoel" een rolstoel begrepen te worden de rolstoel zoals
iedereen die kent. Deze rolstoel kan zowel handbewogen als elektrisch aangedreven zijn.
Een (elektrische)trippelstoel wordt niet als rolstoel beschouwd en wordt niet op grond
van de wet verstrekt. De trippelstoel valt onder de door de Regeling Zorgverzekering te
verstrekken voorzieningen. Een rolstoel kan zowel worden gebruikt als een
verplaatsingsmiddel voor binnen als voor buiten. Primair doel van de rolstoel is het
zittend verplaatsen, omdat lopend verplaatsen, ook met op grond van andere regelingen
te verstrekken voorzieningen als looprekken, rollators, wandelstokken en krukken niet of
onvoldoende mogelijk is. Kosten van onderhoud en reparatie van de rolstoel vallen
eveneens onder de wet.
Voorzieningen die geen verband houden met het genoemde primaire verstrekkingsdoel,
het verplaatsen, omdat ze nodig zijn in verband met therapeutische doeleinden, worden
niet op grond van de wet verstrekt. Hierbij valt te denken aan aanpassingen voor het
gebruik van zuurstofapparatuur en andere aanpassingen. Bij accessoires gaat het
uiteraard alleen om medisch noodzakelijke en niet-algemeen gebruikelijke zaken.
Dit artikel optie geeft aan dat incidenteel noodzakelijke rolstoelen worden verstrekt,
maar dan via een algemene rolstoelvoorziening (zie a). Het betreft dan situaties waarbij
soms een rolstoel nodig is, terwijl het dagelijks verplaatsen in en om de woning zonder
rolstoel plaatsvindt. Het recht op een dergelijke rolstoel kan in die situaties ingevuld
worden via een rolstoelpool waarop de betrokkene een beroep op kan doen. Hierdoor
wordt voorkomen dat een groot aantal rolstoelen weinig frequent wordt gebruikt. De
rolstoelen uit de rolstoelpool worden daarentegen wel frequent gebruikt. Uiteraard moet
het daadwerkelijk mogelijk zijn een rolstoel uit de pool te lenen. De pool moet dan ook
voldoende geschikte rolstoelen op voorraad hebben. Onder b. en c. betreft het de
individuele rolstoel voor dagelijks zittend gebruik, terwijl onder d. de sportrolstoel wordt
genoemd.
De sportrolstoel valt in het kader van deze verordening onder het begrip rolstoel. Onder
de Wet voorzieningen gehandicapten was de sportrolstoel, meestal verstrekt in de vorm
van een forfaitaire financiële tegemoetkoming, een bovenwettelijke voorziening die
alleen op basis van de verordening werd verstrekt. Hier is gekozen voor de
mogelijkheden een rolstoel in de vorm van een algemene voorziening te verstrekken als
het gaat om een rolstoel voor incidenteel gebruik. Deze rolstoelen voor incidenteel
gebruik hoefden onder de Wet voorzieningen gehandicapten formeel niet te worden
verstrekt, hoewel dat in de praktijk wel vaak gebeurde.
Pagina 36 van 38