7
T
4
Art. 6.
1. De veldwachters, die in het
bezit zijn van het gewone politie-
diploma of van dit diploma met aan-
teekening, afgegeven door den alge-
meenen nederlandschen politiebond,
den algemeenen bond van politie
personeel in Nederland, den neder
landschen R.K. politiebond „St. Mi-
chaël" of den bond van christelijke
politieambtenaren in Nederland ont
vangen daarvoor een verhooging van
jaarwedde tot een bedrag van f 25.
voor het gewone diploma en f 50.
voor het diploma met aanteekening.
Art. 7.
r'
rK
1. De jaarlijksche verhoogingen,
zoomede de verhoogingen, bedoeld
in het vorig artikel, gaan in met den
eersten dag der maand, volgende op
die, waarin de aanspraak op ver
hooging is verkregen.
2. Bestaat de aanspraak bij de
aanstelling, dan gaat de verhooging
terstond in.
3. Ontstaat de aanspraak op den
eersten dag der maand, dan gaat de
verhooging in op dien dag.
Art. 8.
1. De veldwachters hebben het
vrij gebruik van uniformkleeding
schoeisel/en- bewapening. Deze wor
den hun van gemeentewege verstrekt
en blijven het eigendom der ge
meente.
De veldwachters, aan wie door
den burgemeester de verplichting
doelde onderzoek geen krijgstuchte-
lijke straf of veroordeelend vonnis
ten gevolge heeft.
Art. 17.
1De veldwachter, die in verband
met oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden ver
plichten werkelijken dienst verricht,
geniet gedurende 30 dagen de volle
aan zijn ambt verbonden bezoldiging
en daarna hetgeen deze meer be
draagt dan zijne militaire belooning.
2. Het eerste lid is eerst van toe
passing, nadat de militair, hetzij vóór,
hetzij gedurende de buitengewone
omstandigheden een werkelijken
dienst van 5 V2 maand, of, indien hij
eene eerste oefening van korteren
duur te vervullen had, deze oefening
heeft volbracht.
3. Het bepaalde in het tweede
lid geldt niet
a. ten aanzien van de buitenge
wone dienstplichtigen, die eerst in
werkelijken dienst behoeven te komen
na het jaar der lichting, waartoe zij
behooren of naar hun leeftijd gere
kend kunnen worden te behooren
b. voor de vrijwilligers van den
landstorm, die hetzij een rang be-
kleeden, hetzij het bewijs van voor
geoefendheid hebben verworven.
Art. 18.
Den veldwachter, wiens verleende
vacantie om redenen van dienst
belang is ingetrokken, wordt de
geldelijke schade, welke hij ten ge-
f r
O 0.
c o-v
e^-jf
-J4 -<-4