Art.14.
De betaling van het ingevolge art.13 verschuldigde heeft
plaats als volgt:
a. van het vastrecht voor verlichting en huishoudelijke
doeleinden,in elk der maanden Maart tot en met October
telkens ten minste een achtste gedeelte;
b. van het overige vastrecht,in eens bij vooruitbetaling;
c. van het stroomverbruik,maandelijksuitgezonderd de
maand Augustus
Het gemeentelijk Dlectriciteitsbedrijf is bevoegd,
behoudens nadere verrekening met den vcrbbuikervooruitbe
taling van het geschatte verbruik of zekerheid van betaling
te vorderen.
w