Verder is bepaald,dat het pensioen niet hooeer mag zijn dan de helft der jaarwedde (thans 2/3) en dot de bestaande verorde ningen,die hoogere pensioen-aanspbakeb geven,voor de op 15 Juni 1935 in functie z$nde wethouders en voor zoover de bekleeding van dat ambt daarna niet werkelijk is onderbroken,van kracht kunnen blijven. Volgens de bestaande verordening ontstaat aanspraak op pen sioen bij het bereiken van den 60-jaris'en leeftijd en na gedu rende 8 jaren wethouder te zijn geweest.Waar vrij algemeen geldt,dat aan wethouders reeds na 4 jaren wethouderschap recht op pensioen wordt toegekend en de verhooging van den pensioen- gerechtigenden leeftijd het aan dezen verkorten diensttijd ver bonden risico aanmerkelijk beperkt,is in het nieuwe ontwerp dit recht aldus gareghld Het bestaande invaliditeits-pensioen is in het ontwerp niet weder opgenomen,aangs zien de nieuwe wettelijke bepalingen slecnts de toekenning van een ouderdomspensioen moseli ik ma ken Je venmin is gehandhaafd de bepaling,dat geen pensioen wordt verleend aan hem,die als wethouder ontslag heeft genomen wegens de aanvaarding eener gemeentelijke be trekking,waaraan eene be zoldiging van f 400.- (thans f 534.-) is verbonden(art3 sub b en art.11 bestaande verordening) wijl,na de verhooging van den pensioengerechtigden leeftijd mag worden aangenomendat het gemeentebestuur geen ge pensionneerden wethouder in eene zooda nig bezoldigde functie zal benoemen. Voor toekenning van een wachtgeld meenen wij,dat geen reden bestaat,omrëden in eene plattelandsgemeente als de onze, do functie ven wethouder als eene bijbetrekking is te beschouwen. Wij stellen U voor de verordening regelende de pensicmiee- ring der wethouders ,gewi jzigd als boven is aangegeven .opnieuw vast te stellen. w De bij raadsbesluit van 28 Nov,1935 vastgestelde verordening tot heffing van 75 opcenten op de hoofdsom der gemeentefonds belasting werd slechts^goedgekeurd tot 1 1937. Waar verlaging dezer heffing vooralsnog niet mogelijk is, stellen wij U voor de verordening opnieuw vast te stellen en ter goedkeuring in te zenden. Het in Uwe vergadering van 30 September 1935 om advies in onze handen gestelde rapport der raadscommissie belast met een onderzoek naar de werking van het vastrechttarief is voor ons aanleiding geweest de mogelijkheid van de samenstelling van een nieuw,meer uitgewerkt en beter omlijnd vastrechttarief na der te overwegen*Te dien einde zijn alle aan het eloctriciteits- net aangesloten pereeelen door buiten hot G.E.B* staande per sonen opgenomen.Aan de hand van de aldus verzamelde gegevens is door ons een tarief ontworpen,dattoegepast op de verschil lende aangesloten pereeelen,ons heeft doen zien,dat er in het be staande tarief vele onbillijkheden schuilen,welke door het nieuw ontworpen tarief zullen worden opgeheven. Bedroeg de totale opbrengst van het vastrecht bij het be staande tarief over 1935 f.31027.87,bij invoering van het nieuw- ontworpen tarief zal deze opbrengst tot f 27500.- dalenjeene vermindering eenerzijds noodzakelijk om den meer ge lijkmatigen druk van het vastrecht welke het nieuwe tarief beoog® te bren gen,ook dragelijk te maken voer dat deel der aangeslotenen,dat noodzakelijk straks een eenigszins hooger vastrecht zal hebben te betalen en anderzijds - gezien de jaarlijksche winst,welke het bedrijf afwerpt - voer ons aanvaardbaar. Alvorens dit ontwerp-tarief aan Uwen Raad ter vaststelling aan te bieden,is acn bovenvermelde Raadscommissie verzocht ons daaromtrent van advies te willen dienen. Het van de commissie ontvangen advies luidt als volgt: ""De

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1936 | | pagina 5