Punt IX. a. Door M.Zetzerna bootenverhuurder te Grouw wordt verzocht hem een gedeelte water in erfpacht te willen afstaan ter verlen ging van zijn in de monding der Blieken staand schiphuizen complex. In verband met een tusschen Dr.M.P.Kingma Boltjes en- het gemeentebestuur gesloten overeenkomst inzake afstand van riet en water,waarbij het gemeentebestuur zich met betrekking tot den bouw van schiphuizen ter plaatse beperkingen heeft opgelegd,is bij het verzoek een schrijven ven genoemden Dr.Kingma Boltjes overgelegd,waarin deze verklaart tegeic eene verlenging van de bestaande schipbuizen met 6 Meter geen bezwaar te hebben. Na persoonlijk de plaatselijke situatie te hebben opgenomen zijn wij tot de conclusie gekomendatwaar het vreemdelingen verkeer met adressants bedrijf ten zeerste is gediend,de voor genomen uitbreiding van het schiphuizencomplex geen belemme ring voor het scheepvaartverkeer oplevert en door het stellen van voorwaarden de schiphuizen beter aan het oog kunnen worden onttrokken den thans het geval is,het aanbeveling verdient adressants verzoek in te willigen onder de navolgende bijzon dere voorwaarden; a.dat het tot wederopzegging in erfpacht af te stane gedeel te water eene lengte zal hebben van 9 Meter en eene breedte van 12 Meter,waarvoor eene jeerlijksche retributie van f 5.40 zal zijn verschuldigd; b.dat boven het sub 0. bedoelde gedeelte water,slechts over eene lengte van 6.Met ergemeten vanaf den Oostkant van het bestaande schiphuis in Oostelijke richting,mag worden gebouwd en het overige gedeelte van het in erfpacht af te stane ge deelte water met aarde moet worden gedempt totven gehouden op eene hoogte van minstens 70 cM boven Eriesch Zomc-rpeil; c.dat op de aldus door demping verkregen aardebaan ter opper vlakte van pl.m. 36 M op aanwijzing en ten genoegen van Bur gemeester en Wethouders eene boombeplanting moet worden aan gebracht,welke,evenals de aardebaan zelve,ten genoegen van ge noemd college moet worden onderhouden; d.dat de Noord-Oostelijke hoek van het te bouwen schiphuis eene door den gemeentearchitect nader aan te geven schuine afsnijding moet verkrijgen en verder onder de gewone voor schiphuizen geldende erf pacht svoorwaa rden Wij stellen U voor aldus te besluiten. b. In 1935 werd aan R.Wester,scheepsbouwer te Grouw het maken van een steiger ter lengte van 15 M. in het vaarwater"de Grou" toegestaan,waarvoor eene retributie van f5.- werd betaald. Thans wordt gevraagd dezen steiger met 15 Meter te mogen verlengenwaardoor deze eene totale lengte van 30 Meter zal verkrijgen. Waar de scheepvaart van de aanwezigheid van den steiger geen hinder zal ondervinden en het,ter wille van de noodige uni formiteit bij ingebruikgevêng van gemeente-eigendommen,ge- wenscht is dat,in afwijking van de in 1935 gevolgde gedrags lijn, ook in dit geval de erfpachtsvorm wordt gekozen,stellen wij U voor aan adressant tot wederopzegging in erfpacht af te staan,het voor het hebben van een steiger ter lengte van 3 0 Meter in het vaarwater"de Grou" benooöigde water,tegen eene jaerlijksche erfpacht van f 3.- en onder voorwaardedat alvorens de steiger mag worden gemaaktdedaarvoor noodige vergunning van Gedeputeerde ^taten moet zijn verkregen. Wij merken hierbij nog op,dst deerfpacht door ons is ge steld op f O.10 per W- Tgowoon tarief f 0.05omreden,cis logisch gevolg van de aanwezigheid van den steiger,het water aan weerszijden daarvan als ligplaats voor pleiziervaertuigen wordg gebruikt. t

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1938 | | pagina 5