kunnen voor de ploetsing ven gebouwen cchtc-r dece rooilijnmtoestem- ming verleenen. t r-red riet Zo&lsng ten aanzien ven eenigen wag door o«n a ni een bijzondere echtergevelrooilijn is vastgesteld,moet -1^-chter gevelrooilijn worden tsngehoud.n cel» lijn op -v L ae echtererfofscheiding en ven ten minste 12 M. v.n de-n rtht.r gevel ven het op het echterliggende perceel steende hooidg bouw. i k (Q 6 Tusschen den zijgevel en de afscheiding moet een onbebouwde en onoverdekte, bij het erf ven hot gebouw behoorenmop.niruinm - blijven,we erven du breedte ter weerszijden ten m - - -- s.5 m. op de terreinen,-ingegeven met e^n p^c-r^e - h o ti it ii i' rooac 2 ii 11 bruine of met een bruine arceering. ,un n p...n 0D~n Blijft bij gesloten befcuwing mast een blok won g zijee- ruimte liggen,den moet die open ruimte gemeten tusschen c.n zijge vel en de erfscheiding,ten minste 1 k. bsdrsgen. firtikel Onverminderd het bc-p&elöc- m tjot eerste lio mt cl moet bij den houw van eene woning tevens wink .-1 ^-n eon zij een onbebouwde tot het gebouw behoorenou ruim c .j minste 5 M. Artikel 7. n Onder afstand van zijgevel tot erfscheiding beaoelo in arttkul 4 wordt verstaan,den kortsten afstand tussch.n oen zijg.yel«n hut verticale vlak,hetwelk gaat door ae erfscheioing.bij o« ib*=p~:1 g van dien afstand blijven buiten beschouwing,-fvoerpij,,,n jn hj watergevellijsten, dorpels plintc-n, pi la fat «rs ,k°z ïjnc •- u g». j - mits deze geen grooteren voorsprong bu*pn+Ocn 2ijg^ - k_ dan 0.20 M,alsmede van goot- of kroonlijsten ,sto»=pt2- j v. ken en dergelijkemits deze geen groteren voorsprong bezitten van 0.50 M. Artikel 8. Jwrgsn^stJr en Wethouders kunnen het scheppen van een geringe- ren zij de lingschen afstand tot de erfscheiding toestaan tot een minmum va n IM.In dat geval moet de zijcelirgsche af st, nc tusscch.n die erfscheiding en het aan de overzijoe d.arv n op t w uch^n go bouw evenveel grootej* worcen cis oe tocgestc.n»- o dan die,welke ingevolge artikel 6 ten minste m echt g-n - m°£InT1bij2ondere gevallen kunnen Burgemeester en V/ethouders afwij king hiervan toestaan. Artikel 9. Burgemeester en Wethouders kunnen toesta an,dat bij eene woning behoorence gre ges, schuurtjes sn soortgelijke biOEccOuwtjes^ X of niet vrijstaande van de woning,coch uitsluit «.-no b^c-md voor eigun gebruik door den bewoner v: n het panc,wrarbij aeze bijgu ouw j~^ b-hoor en, dichter op de erfscheiding worden gebouwa,can volgens ertikel 6 geoorloofd is en achter de echtergevelrooilijn,mits oe voorgevel van deze gebouwtjes ten minste 9 M. achter een voorgel van de woning zal zijn gelegen. Artikel 10. Onverminderd het daaromtrent in de bouwverordening bopealce, ziin Bur gem e- ster en Wethouders bevoegd bij bebouwing, v.. n t ».r± einen bestemd voor woningbouw,nadere eischen te stellen ten a-nzic-n vc.n de hoogte van nok.godt-Jf da klisten en vensters^ Ismece oe d khelling en van den aard en de kleur oer nu-teri<-len snn oe p de betrokken terreinen te stichten woningen en bijgebouwtjes,zulko echter uitsluitend teneinde te bevorderen ,dst oezo woningen met toebehooren tezamen en/of met die op aangrenzence oi teguiov.-r lig ff c-nc o

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1938 | | pagina 7