Aan
Heeren leden van den Raad der gemeente
IDAARDERADEEI
Punt IX. Door H.Dijkstra,veehouder.wonende te Wartena(Iaban) wordt ver
zocht,hem ingevolge artikel ï3 der L.O.wet 1920 eene tegemoetko
ming te willen verleenen in de vervoerkosten van zijn leerplich
tig kind Wipkje naar de openbare lagere school te Wartena.
De afstand van adressants woning tot genoemde school bedraagt
ruim 4.9 K.M.terwijl het kind te voet de school bereikt. Hiervoor
is evenwel noodig,dat het per roeischouw wordt gebracht naar- en
gezeur over het vaarwater "de Graft".
Ter tegemoetkoming aan de daaraan verbonden kosten stellen wij
U voor aan adressantvoor den diiur van den leerplicht van zijn
dochtertje Wipkje,eene tegemoetkoming toe te kennen van 25.-
per jaar.
X. Teneinde de keuze van de voor eigen school geschikte leermidde
len en eene doelmatige besteding der voor aanschaffing daarvan
toegestane gelden te bevorderen,is door het Comité voor de Inspec
tievergaderingen in do inspectie Sneek - waartoe onze gemeente
behoort - eene stichting in het leven geroepen die bedoelt de in
richting van een schoolmuseum en paedagogische boekerij.
Museum en boekerij zullen worden ondergebracht in het gebouw
van de Openbare leeszaal en Bibliotheek te Sneek en dagelijks
voor belangstellenden open wordnn gesteld.
Het bestuur der stichting vraagt eene bijdrage in de stichtings-
kosten van 15.-,alsmede,voor de instandhouding,eene jaarlijksche
subsidie van 10.-.
Het belang der stichting erkennende, stellen wij. U voor,gunstig
op het gedaan verzoek te beslissen.
XI. ^Ingevolge artikel 103,2e lid der'L.O.wet 1920 moet jaarlijks
voor 1 December worden vastgesteld;
a, het bedrag waarop de besturen der bijzondere scholen over het
afgeloopen jaar aanspar&ak hebben; en
b. het bedrag van de volgens artikel 101,1e lid dier wet voor
vergoeding in aanmerking komende uitgaven.
Wij stellen U voor,bedoelde bedragen vast te stellen overeen
komstig de in het bij de raadsstukken gevoegde concept-besluit
vermelde
XII. In 1935 werd op verzoek van de zèilvereeniging "Prisia' e.a.
besloten de kermis te Grouw,welke aanving op den 2en Zondag in
Septemberyte vervroegen en te bepalen op den 2en Zondag in Augus
tus.De van deze vervroeging voor winkèliers en andere nering
doenden verwachte voordeelen,zijn slechts voor korten tijd in
vervulling gegaan,doordat nadien de z.g. "Sneekweek" werd inge
steld. In deze Sneekweek vallen de beide kermisdagen te Grouw,
wat tengevolge heeft,dat de zeilwedstrijd van Prisia alsdan niet
mag worden gehouden.
Waar een kermis te Grouw zonder daaraan verbonden groote zeil
wedstrijd, voor winkeliers e.a. zeer nadeelig blijkt te zijn,ver
zoekt de Grouwster Winkeliersvereeniging de kermis te Grouw weder
te willen doen aanvangen op den 2en Zondag in September.
Hoewel wij van meening zijn,dat een herhaaldelijk veranderen
van kermisdagen niet gewenscht is,wil het ons toch voorkomen,
dat,nu de in 1935 getroffen maatregel door onvoorziene omstandig
heden zijn doel heeft gemist,er reden bestaat aan het verzoek van
adressante te voldoen en stellen wij U mitsdien voor,daartoe te
besluiten.
Punt XIII.