Artikel 7. De notulen door den secretaris te houden,behelzen: 1e.de namen der tegenwoordige en afwezige leden; 2e.het getal van hen,die bij de stemmingen zich voor of tegen verklaarden of zich van stemming hebben onthou den; 3e.eene beknopte opgaaf van den inhoud der gedane mede- deelingen en ingekomen stukken; 4e.eene nauwkeurige omschrijving van alle door de verga dering genomen beslui.ten; 5e.den zakelijken inhoud van het gesprokene. Deze notulen worden gedurende ten minste 4 dagen voor de vergadering waarin de vaststelling aan de orde zal ko men, voor de leden ter visie gelegd. Artikel 8. Bij ongesteldheid,afwezigheid of ontstentenis van den secretariswordt hij vervangen door een door burgemees ter en wethouders aan te wijzen persoon. Artikel 9. Na het openen der vergadering worden de notulen der vorige door den voorzitter aan de goedkeuring van den raad onderworpen. Wanneer de notulen aanleiding geven tot aanmerkingen, raadpleegt de voorzitter de vergadering,die beslist of de aanmerking gegrond is. Wordt de gegrondheid der aanmerking door den raad er kend, dan wordt de verlangde wijziging aangebrachtdoor haar op te nemen in de notulen der vergadering waarin zij werd gemaakt. Ieder lid heeft het recht in de notulen te doen aan- teekenen,dat hij zich met een genomen besluit niet heeft vereenigdechter zonder vermelding van redenen. De notulen worden na goedkeuring door den voorzitter en den secretaris geteekend. Artikel 10. Onverminderd het bepaalde in artikel 216 der gemeente wet kan ieder lid van den raad omtrent onderwerpen,be- hoorende tot het dagelijksch bestuur der gemeente monde ling of schriftelijk vragen tot den bsurgemeester of tot burgemeester en wethouders richten.Discussie ever ge stelde vragen is niet toegestaan. Wanneer de voorzitter zulks verlangtwordt een vraag schriftelijk ingediend. Schriftelijke vragen worden aan den voorzitter inge zonden; het antwoord wordt zoo spoedig mogelijjg.aan den raad medegedeeld. 'schriftelijk Artikel 11 De raad kan regelen stellen ten aanzien van den duur van de redevoeringen der leden bij de behandeling van een bepaald punt der agenda. Artikel 12 Geen lid voert het woord,zonder het van den voorzitter verzocht en verkregen to hebben. De voorzitter verleent het in de orde waarin het ge vraagd is. Van die orde kan alleen worden afgeweken,wanneer een lid het woord vraagt over een persoonlijk feit,of om eene motie van orde in te dienen,of over de vaststelling van het te beslissen vraagpunt. Artikel 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1940 | | pagina 15