VIII. Gebrek aan woonruimte is oorzaak, dat het oude Waaggebeuw
te Grouw, hoewel bestemd om te worden geamoveerd reeds
eenigen tijd wordt bewoond door een tweetal gezinnen.
Het eene gedeelte is ter bewoning toegewezen aan P.Re-
zelman, terwijl het andere gedeelte is gevorderd ten be
hoeve van de huisvesting van het gezin van H.Iijzenga.
Voor beiden bedraagt de huurprijs ƒ2.- per week.
Teneinde te kunnen voldoen aan het bij art. 228 der
Gemeentewet bepaalde, stellen wij U voor te besluiten het
oude Waaggebouw in twee gedeelten en tot wederopzegging
onderhands te verhuren aan:
P.Rezeiman te Grouw, het aan dezen toegewezen gedeelte
tegen een huurprijs van 2.- per week;
H.Lijzenga te urouw, het aan dezen bij vordering afgestane
gedeelte, tegen een huurprijs van 2.- per week,
IX. Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is in een uit
voerige tot burgemeester en wethouders gerichte circulaire
een uiteenzetting gegeven van de door de Regeering genomen
maatregelen oer verbetering van de financieels positie van
het rij;. erheidspersoneelIn het kort komen deze maat-
regelen hierop neer, dat een nieuwe jaarweddenregeling
zal worden vastgesteld waarbij de vaste- en tijdelijke
toelagen en overbruggingstoelage welke thans worden genoten
als yaste jaarwedde aan de basiswedde worden toegevoegd
terwijl het aldus gevonden bedrag werdt verhoogd met 10
Waar echter de uitwerking van deze regeling veel tijd vor
dert, zal in afwachting van de totstandkoming daarvan een
overgangsregeling worden getroffen krachtens welke, te re
kenen vanaf 1 October 1946, aan het overheidspersoneel
een tijdelijke toeslag van 10 van het basislion (lAon
zonder toeslagen, enz.) wordt toegekend*
De Minister acht het noodzakelijk, dat met betrekking
tot het gemeentepersoneel eenzelfde regeling wordt getrof
fen.
Wij stellen U voor, tot vaststelling van een overgangs
regeling als door den Minister bedoeld te besluiten.
X' de ln een yoriS 3aar gehouden i j swedstri jden bleek,
dau do aan do politie niet betrekking tot de regeling van
de openbare orde en veiligheid op het ijs toegekende be
voegdheden onvoldoende waren geregeld. V/aar bovendien de
redactie van artikel 55 der algemeene politieverordening
onbevredigend is, stellen wij U voor deze verordening te
wijzigen en aan te vulldn alsvolgt:
Artikel 55 te lezen:
Burgemeester en Wethorders zijn bevoegd een gedeelte
van het ijs cp openbare vaarten cf wateren voor het hou
den van hardrijderijen of andere op het ijs te organiseeren
wedstrijden af te_staan aan een vereeniging of andere in-
S t welke zich met de organisatie van een zoodanige
wedstrijd belast. b
Het is verboden het gedeelte van het ijs, dat overeen
komstig het bepaalde in de vorige alinea is afgestaan en
als wedstrijd baan kenbaar is, te betreden zonder vergunning
van de betrokken 'vereeniging of instelling.
Toe te voeden artikel 55a luidende:
Ieder die zich op het ijs op openbare caarten of wateren
bevindt, is verplicht aan de in het belang van da openbare
orde of van de openbare veiligheid door de ter plaatse aan
wezige politie gegeven bevelen of aanwijzingen om zich, zoo
noodig in een aangegeven richting, te verwijderen of met
geringere of groctere snelheid door te rijden of te blij
ven staan, onmiddellijk te voldoen.
XI.