5c Van dé geldmiddelen, Artikol 23, Jaarlijks voor 1 Augustus zendt het bestuur aan burge meester en wethouders een begroting van alle inkomsten en uitgaven voor het volgend dienstjaar met een behoorlijke me morie van toelichting. Het bestuur draagt zorg dat de bij de begroting der uit gaven toegestane bedragen niet worden overschreden. De raad kan machtiging verlenen tot af- en overschrijving op dc< pasten der begroting, Buiten de begroting kan geen uitgaaf geschieden dan met afzonderlijke, voorafgaande machtiging van de raad. In buitengewone gevallen van dringende spoed kan echter tot het doen van een zodanige uitgaaf werdén besloten, mits het daartoe te nemen besluit terstond aan de gemeenteraad wordt ingezonden, De uitgaaf, door de raad goedgekeurd, wordt aan de be groting toegevoegd, Artikel 24, De secretaris-penningmeester voert de administratie en het geldelijk beheer van het burgerlijk armbestuur, naar door burgemeester en wethouders te geven voorschriften. Hij doet geen betalingen dan op bevelschriften welke door de voorzitter en een lid van het bestuur zijn onder tekend. Het in v ri ge leden bepaalde geldt niet voor de beta ling van onderstand; daarvoor worden aan de secretaris penningmeester up bevelschriften als bedoeld in het tweede lid. gelden te goeder rekening verstrekt. De secretaris-peut.ingneester doet maandelijks aan het bestuur verantwoording van de in het derde lid van dit ar tikel bedoelde gelden door het inzenden otan het bestuur van staten, waar p door de ondersteunden is gekwiteerd voor de aan hen verstrekte gelden. Artikel 25, De secr-taris'-'penningmeester doet van de door hem voor het burgerlijk armbestuur ontvangen inkomsten en gedane uit gaven over het afgelopen jaar voor 1 Mei, rekening en ver antwoording aan het bestuur, Hij doet deze rekening vergezeld gaan van de nodige be wijsstukken. Nadat de rekening door het bestuur is onderzocht en goedgekeurd wordt zij, mot alle bijbehorende bescheiden, voor 1 Juni aan sU.r en wethouders ter goedkeuring inge zonden. Burgemeester en wethouders dragen de rekening ter goed keuring voor aan de raad. Artikel 26. Het besluit van de raad houdende goedkeuring van de re kening, strekt, zover de daarin goedgekeurde ontvangsten en uitgaven betreft, aan het bestuur en de secretaris-penning meester tot ontlasting, behoudens later in rechten gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden. De raad kan het bestuur of de directeur afzonderlijk ontlasten, zo hij beider beheer voor geen gelijktijdige goedkeuring vatbaar oordeelt. Van de rekening wordt, na onderzoek en goedkeuring door de raad, een exemplaar met de daarbij behorende bewijsstukken aan het'burger! 1 jk armbestuur teruggezonden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1949 | | pagina 15