--Nu—
Verder ligt het in de bedoeling, dat de dienst bijstand zal verle
nen aan het burgerlijk armbestuur te Roordahuizum. De aan het hoof<a v&n
de dienst te plaatsen directeur zal als seoretaris-»pennijasn»o»et:er aan
dat bestuur worden toegevoegd,
In verband met het vorenstaande stellen Burgemeester en Wethouders
voor, ingaande 1 Januari 1950ï
a. in te stellen een Gemeentelijke Sociale Dienst en daartoe vast te
stellen de bij de raadsstukken gevoegde conceptvérordening;
b. op te heffen de burgerlijke armbesturen te Grouw, Warga, Wartena en
Idaard, alsmede de instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon en de
functie van armmeester;
o. vast te stellen een reglement voor het Burgerlijk Armbestuur te Roor
dahuizum, conform het bij de raadsstukken gevoegde ooncept;
d. te benoemen tot directeur van ae Gemeentelijke Sooiale Dienst de thans
in functie zijnde armmeester P, Hornstra te Warga,
De heer Dantuma wenst onderscheid te maken tussen kerkelijke
en gemeentelijke armenzorg.
Volgens de beginselen van het Evangelie heeft de Kerk in opdracht
van Christus barmhartigheid te oefenen.
Spr. spreekt er daarom zijn bevreemding over uit. dat de kerkgenoot
schappen deze taak vrijwillig hebben losgelaten. Na te hebben gewezen
op de toestand ten tijde der bezetting, tóen men een instelling als de
"Winterhulp" in het leven riep, zegt Spr., dat hij liever had gezien,
dat van gemeentewege de zelfwerkzaamheid van de Kerken was gestimuleerd.
De overheid heeft als de sterkere het sohlld ontvangen om te steunen.
Tenslotte vraagt Spr, wat voor de Kerkvoogdij van Roordahuizum het mo
tief is geweest om niet aan de reorganisatie mede te werken.
De Voorzitter antwoordt, dat de kerkvoogdijen zioh niet aan hun taak
onttrekken. Vla de dlaoonle blijft de kerk met de normale armenzorg be
last.
Na een overzicht te hebben gegeven van de geschiedkundige ontwikke
ling van dea£xlrverzorging zegt Spr, dat de kerkvoogdijen niet erg ent
housiast zijn over de betaling van de verplichte bijdrage aan de ge
meente.
Burgemeester en Wethouders menen, dat deze bijdrage op gronden van
billijkheid te zljner'tijd moét worden geliquideerd. Op dit moment is
lat nog niet mogelijk, temeer, nu de situatie eldejsin de provincie pre
cies zo ligt en Gedeputeerde Staten aan deze reorganisatie hun goedkeu
ring moeten hechten.
De kerkvoogdijen hebben hun instemming betuigd. Oorspronkelijk is gedacht,
dat Roordahuizum ook zou meegaan, omdat dit de enige kans is, te zijner
jijd van het betalen der bijdrage ontheven te worden. Herhaalde pogingen
hebben evenwel geen resultaat opgeleverd, zodat de kerkvoogdij te Roor
dahuizum de cpnsequenties moet dragen*
De heer HOndema zegt het voorstel met vreugde te begroeten. De in
stelling van een sociale dienst geeft een meer overzichtelijk geheel,
3pr. wijst op het groeiproces, dat in de sociale sector valt waar te
nemen en is van mening, dat het begrip bedeling niet meer de goedkeuring
van de tegenwoordige tijd kan wegdragen.
Tenslotte geeft Spr. in overweging, nogmaals contact op te nemen met
de kerkvoogdij te Roordahuizum, omdat het z,i, van belang is, dat ook dit
dorp in de nieuwe dienst wordt opgenomen.
De Voorzitter antwoordt, dat ook hij gaarne had gezien, dat Roorda
huizum was meegegaan. Alle ter zake ondernomen pogingen zijn echter mis
lukt, Spr* meent een zeker wantrouwen te hebben geconstateerd bij de
leden der kerkvoogdij te Roordahuizcum; als de dienst eenmaal werkt, ver
wacht Spr., dat deze kerkvoogdij zal komen opdagen,
De heer Mledema betreurt het, dat Roordahuizum niet bij de dienst
zal worden ondergebracht, Spr. gelooft, dat te Roordahuizum de gedachte
bestaat, dat de gemeente de verschillende kerkvoogdijen tegen elkaar
heeft willen uitspelen en dat daardoor de onderhandelingen zijn afgestuit,