Nu de kerkvoogdij aldaar te zijner tijd ook gasr»« haar
financiële verplichtl;.^ wil worden ontr^>-.x>n^_ meent Spr, dat bij
een hernieuwd overleg kans op overeenstemming bestaat en geo»%
in overweging alsnog een poging te doen*
De Voorzitter antwoordt, dat dit niet meer mogelijk is voor
1 Januari en dat, indien het voorstel zou worden teruggenomen,
dit betekentdat de instelling van de nieuwe dienst een jaar
zou moeten wórden opgeschorte
De heer de Visser acht de tegenkanting van de kerkvoogdij
te Roordahuisum dwaasheid*
De heer Miedema zegt er bij de kerkvoogdij op gewezen te
hebben, dat de enige kans, om eerlang van de betaling der bij
drage bevrijd te worden, was, mee te doen aan de nieuwe dienst.
De Voorzitter zegt, dat men te Roordahuizum heeft geëist,
dat direct aan de bijdrage een aflopend karakter zou worden ge
geven, Dit is evenwel volgens Spr, in verband met de financiële
positie der gemeente momenteel niet mogelijk.
Wethouder de J ng merkt op, dat de kerkvoogdijen er naar
streven van de betaling der bijdrage ontheven te worden. Blijven
de armbesturen bestaan, dan bestaat hiervoor geen mogelijkheid.
Burgemeester en Wethouders meenden aldus Spr, te mogen verwachten
dat Grouw en Wartena mee zouden gaan, gezien de in 1940 opgedane
ervaring. Het wantrouwen is dan ook misplaatst. Roordahuizum
moet volgens Spr, geen afwijzend standpunt innamen om persoon
lijke redenen omdat de zaak, waar het om gaat, dan op een zij
weg wordt gebracht. Voor de kerkvoogdijen is het een zuiver finan
ciele kwestie en het is n»ar de mening van Spr, dan ook onbe
grijpelijk, dat de geboden kans niet wordt aangegrepen.
De heer van der Mark merkt op, na zijn spijt te hebben be
tuigd over het niet vroegtijdig ontvangen van de agenda, dat
door de instelling ran een sociale dienst de belangen der armen
verzorging worden gediendSpr, onderschrijft de mening van
burgemeester en wethouders, dat er "p het sociale terrein een
groeiproces gaande is0 Maar wanneer men zich cp dit standpunt
stelt, moet volgens Spr. alles gedaan worden, om ook met Roor
dahuizum tot overeenstemming te kernen,
Spr. geeft. fta. te hebben op het onbillijke van de bij
drage, te kennen dat het ongsw?is, dat te Roordahuizum
een afzonderlijke c .-onver-urging zal zijn, waarom hij in over
weging geeft alsnog een poging te d en, Roordahuizum in te
schakelen,
Ook de heer de Boer ziet in de betaling van de bijdrage
een onbillijkheid* De enigs kans. '\rn deze onbillijkheid te doen
verdwijnen, is volgens Sp.ro cm mede te werken.
Spr. kluit zich aan bij de Sprekers, die de suggestie hebben
gedaan, hernieuwd contact met de kerkvoogdij van Roordahuizum
op te nemen.
De Voorzitter de sprekers beantwoordend, zegt, dat het niet
in de bedoeling lag, de agenda laat toe te zenden, doch dat
vertraging is ontstaan, doordat de onderhandelingen met de kerk
voogdij te Grcuw in het beginstadium niet zo vlot verliepen
als verwacht werd. Omdat het voornemen bestond de nieuwe dienst
met ingang van 1 Januari in te stellen, moest alles op zeer
korte termijn zijn beslag krijgen.
Spr. is het volkomen eens met de leden, die op het onbillijke
van de bijdrage hebbén gewezen. Deze onbillijkheid blijft echter
volgens Spr. bestaan, indien de burgerlijke armbesturen worden
gehandhaafd.
Spr. heeft verder geen bezwaar opnieuw met Roordahuizum
te enderhandelefi; echter zal inschakeling van Roordahuizum in
de dienst met het oog op de tijdnood eerst over een Jaar kun
nen plaats hebben. Alles is volgens Spr, geprobeerd om de ge
hele gemeente in de nieuwe dienst onder te brengen, c-
—Als