eigendommen van alle instellingen van weldadigheid en tot per
celen, uitsluitend dienende voor de openbare eredienst en voor
het enderwijs.
Burgemeester en wethouders zijn van mening, dat het'geen
bezwaar ontmoet, aan de wens van de Minister te voldoen, zodat
werdt voorgesteld, de verordening te wijzigen overeenkomstig
het bij de raadsstukken gevoegde conoept.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel besloten»
Voorstel tot vaststelling van een verordening tot regeling van
een uitkering over liet eerste kwartaal aan het gemeente-
personeels
Zoals U wellicht bekend is, heeft de Regering op het voet
spoor van hetgeen te dien aanzien van het personeelin het
vrije bedrijf is geschied, aan de Kroon voorgesteld, aan het
gehele Rijkspersoneel, dat op 1 Januari 1950 23 jaar en ouder
was, te rekenen van genoemde datum een salarisverhoging toe
te kennen van 5/6. terwijl vanaf het 21ste jaar voor de ambte
lijke functionarissen en werklieden een geleidelijke aanpassing
zal plaats vinden»
Teneinde te bereiken, dat op zo kort mogelijke termijn het
op grond van het bovenstaande aan het Rijkspersoneel toekomende
zal kunnen worden uitbetaald, is in beginsel besloten, dat over
het eerste kwartaal 1950 de betaling zal gesohieden in de vorm
van een uitkering ineens.
In zijn circulaire van 16 Januari j.l. deelt de Minister van
Binnenlandse Zaken mede, dat de uitkering bij aanspraak over het
volledige eerste kwartaal van 1 950 zal worden bepaald op de vol
gende percentages van de maandelijkse wedde of het maandelijkse
loon;
a, 15$ voor een belanghebbendedie Voor 2 Januari 1927 geboren
b10$ voor een belanghebbende, die na 1 Januari 1927 doch voor
2 Januari 1928 geboren is;
c, 5$ voor een belanghebbende, die na 1 Januari 1928 doch voor
2 Januari 1929 geboren is.
Overigen^ zal voor mannelijke belanghebbenden, geboren
voor 2 Januari 19-7 een minimum van r.26.- als kwartaalsuitke
ring worden aangehouden, indien zij een hoofdbetrekking bekle
den, dan wel een combinatie van betrekkingen, waarin zij een vol
ledige dagtaak hebben.
De vraag, of en in hoeverre voorzieningen van gelijke
strekking als de bovenstaande ten behoeve van het gemeenteper-
soneel behoren te worden getroffen, meent de Minister aan de
gemeentebesturen te moeten overlaten.
Waar de bezoldiging van het gemeente personeel echter goed
deels op die van het Rijkspersoneel is afgestemd en het hier
maatregelen betreft, welke zijn ingegeven door een stijging in
de kosten van levensonderhoud, welke zich algemeen doet ge
voelen, gijn burgemeester en wethouders van oordeel, dat het
aanbeveling verdient, in afwachting van een definitieve herzie
ning der salarissen én lonen, bij wijze van voorschot aan het
daarvoor in aanmerking komend personeel een uitkering ineens
te verstrekken op de voet, als hiervoor voor het Rijkspersoneel
is omschreven»
Nu de bij het centraal overleg betrokken personeelsorgani
saties en de Nederlandse Bond van Gemeente-ambtenaren zioh met
een tijdelijke voorziening als bovenbedoeld, bij voorbaat ac-
ooord hebben verklaard., zodat geen plaatselijk- overleg behoeft
te worden gepleegd, wordt voorgesteld tot uitbetaling van het
voorschot, waarmede een bedrag van rond f.1200,- is gemoeid,
te besluiten en daartoe vast te snellen een verordening, waarvan
het concept bij de raadsstukken ter Inzage ligt.
—Zonder
ls;