11 -
Wethouder da Jong geaft te kannen, dat da heer'van Drooge
ln de vergadering van B.en W. hooft laten uitkomen, dat hij vol
doende met de bestaande ontelgeningsplannen op de'hoogte was.
De heer de Visser meent te kunnen vaststellen, dat de heer
van Drooge de aangelegenheid een klein beetje soheef heeft voor-
gestald.
De heer Sijtema wijst er op, dat door bepaalde handelaren
tijdens do schooluren getracht wordt snoep te verkopen aan de
schoolkinderen. Spr. aeht dit een onverkwikkelijke toestand.
De Voorzitter antwoordt dat dit een politie-aangelegenheid
Is, doch zegt toe, hieraan aandacht te zullen schonken.
De heer Miedema dringt aan op het geven van de nodige bekend
heid aan de aotie inzake rattenbestrijding.
Do Voorzitter antwoordt, dat hot in de bedoeling ligt, huis
aan huis folders te verspreiden. In elk dorp zijn medewerkers
gevraagd. Verder zal een vergadering worden belegd, waar een
film «al worden vertoond omtrent de beste bestrijdingsmethode*
Hierna sluiting
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van 10 Maart 1950.
3urgerae e ster.
Secretaris.