6—
Het hier toegepaste systeem heeft tot gevolg, dat de meer on
gunstige elementen, aan wie uit hoofde van hun gedrag op zedelijk
gebied, geen kampeerkaart wordt verstrekt, hun toevlucht zoeken
in die gemeenten, waar geen verordening ter zake is vastgesteld.
Gezien de hier geschetste omstandigheid menen burgemeester
en wethouders, dat in het algemeen aan een regeling met betrekking
tot het kamperen behoefte bestaat.
Mede teneinde te voorkomen, dat ook deze gemeente, die in zo
belangrijke mate op het vreemdelingenverkeer is ingesteld, een
minder gunstige naam in den lande zou verwerven door excessen op
kampeergebied, moet het wenselijk worden geacht, zulks in afwach
ting van de totstandkoming van een in voorbereiding zijnde kam-
peerwet, een regeling vast te stellen, welke voor de bona fide
kampeerders practisch generlei beperking oplegt, doch aan kwaad
willenden de mogelijkheid tot kamperen ontneemt.
De verordening, welke in concept hierbij gaat, schept het
verbod, om zonder vergunning van burgemeester en wethouders te
kamperen of toe te laten, dat op enig terrein in de gemeente wordt
gekampeerd, daaronder begrepen het verschaffen van nachtlogies
bij wijze van bedrijf, anders dan in hotels, logementen of pen
sions.
Het verbod is evenwel niet toepasselijk op het kamperen op
terreinen, waarvoor de rechthebbende een exploitatievergunning -
heeft verkregen, mits de kampeerder in het bezit is van een kam
peerkaart.
Op terreinen, waarvoor geen exploitatievergunning is verleend,
is het kamperen gedurende 48 uren toegestaan, indien de kampeerder
in het bezit is van een kampeerkaart en daarin een verklaring is
gesteld van de rechthebbende van de terreinen, houdende toestem
ming om daar te kamperen. Voor langer verblijf is voor de kam
peerder vergunning van burgemeester en wethouders vereist.
De kern van de verordening is hiermede aangeduid. Voor de
overige bepalingen zij verwezen naar het concept.
In verband met hot vorenstaande wordt voorgesteld tot vast
stelling van de verordening te besluiten.
11. Benoeming van een concierge ten gemeentehuize.
Aan de tegenwoordige concierge ten gemeentehuize is in ver
band met zijn gezondheidstoestand ziekteverlof verleend. Het laat
zich aanzien, dat deze functionaris niet in staat zal zijn, zijn
werkzaamheden vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leef
tijd op 1 October a. s. te hervatten.
Waar het gemis van de concierge hinderlijk inwerkt op de ge
regelde gang van zaken, is het gewenst tot benoeming over te gaan
van een nieuwe concierge in tijdelijke dienst met uitzicht op
vaste aanstelling per 1 October a.s.
De geplaatste oproeping heeft tot resultaat gehad, dat zich
151 sollicitanten hebben aangemeld.
De door burgemeester en wethouders opgemaakte aanbeveling
luidt als volgt:
1. P.W. van Twisk te Apeldoorn.
2. G.van Stralen te Grouw.
3. G. Bouma te Heerenveen.
Voorgesteld wordt daaruit een keuze te doen.
12. Comptabiliteit.
Voorgesteld wordt het bij de raadsstukken gevoegde concept
besluit tot wijziging der gemeentebegroting voor het dienstjaar
1950 tot besluit te verheffen.
i