Ingekomen stukken
a. Bericht van Gedeputeerde Staten inzake goedkeuring van de raads
besluiten van 12 December 1949, 30 Januari en 10 Maart 1950
tot wijziging van de gemeentebegroting 1949.
b. Schrijven van Gedeputeerde Staten, houdende mededeling, dat
de koninklijke goedkeuring is gehecht aan het raadsbesluit
dd. 12 December j.l. tot wijziging van de verordening tot
heffing van reinigingsrechten;
c. Bericht van Gedeputeerde Staten inzake goedkeuring van het
raadsbesluit dd. 10 Maart j.l. tot onttrekking aan het open
baar verkeer van een weggedeelte en tot verkoop daarvan aan
de ïf.V. Halbertsma;
d. Idem inzake goedkeuring van het raadsbesluit dd. 30 Januari
j.l. tot verhuur van localiteiten in het gemeentehuis aan het
Rijk ten behoeve van de Rijkspolitie.
e. Idem inzake goedkeuring van het raadsbesluit dd. 30 Januari
j.l. tot wijziging van de verordening op de heffing van een
wegbelasting;
f. Idem inzake goedkeuring van de verordening, dd. 30 Januari
j.l. op de heffing van opcenten op de hoofdsom der personele
belasting.
Voorgesteld wordt deze stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
Aldus besloten.
g. Verzoek van mej. T. Quarré, onderwijzeres aan de O.L. School
te Grouw om ontslag alszodanig wegens benoeming elders.
Voorgesteld wordt het gevraagde ontslag eervol te verlenen.
De datum van ingang zal overeenkomstig de wet door burge
meester en wethouders worden bepaald.
Aldus besloten.
h. Missive van Gedeputeerde Staten inzake bezoldiging der wet
houders.
Volgens dit stuk ligt het in de bedoeling van bovengenoemd
college een verhoging van de bezoldiging der wethouders te
bevorderen, zulks te rekenen met ingang van 1 Januari 1950.
Voor deze gemeente, welke volgens de ontworpen regeling
in klasse VII is gerangschikt, betekent dit dat de jaarwedde
welke momenteel f.600.- bedraagt, op f.650.- zal worden vast
gesteld.
Ingevolge art. 100 der gemeentewet vragen Gedeputeerde Staten
het oordeel van de raad over de voorgenomen herziening.
Voorgesteld wordt aan meergenoemd college te berichten, dat
de wijziging U geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van
opmerkingen.
Aldus besloten.
Voorstel tot het verlenen van een gratificatie aan het gemeente-
personeel over 1950»
Blijkens mededeling van de Minister van Binnenlandse Zaken
ligt het in de bedoeling, evenals zulks vorige jaren het geval
is geweest, ook voor dit jaar een gratificatie vacantietoeslag)
aan het rijkspersoneel toe te kennen gelijk aan 2% van het jaar
salaris met een maximum van f.50.-.
De terzake betrekkelijke regeling zal materieel gelijk zijn
aan die over 1949, hetgeen betekent, dat de regeling alleen
van toepassing zal zijn op hen, die tenminste 6 maanden in over
heidsdienst zijn geweest en wier jaarwedde maximaal f.4200.-
bedraagt. Voorts geldt als voorwaarde voor het genieten der gra
tificatie dat het betreffende personeel een volledige dagtaak
in overheidsdienst vervult.
De Minister geeft in overweging voor het gemeentepersoneel
een overeenkomstige voorziening te treffen.
Hu—