-- 2- -
8. Voorstel tot aankoop van enige porceelsgedeelten ten behoeve
van "cfë verbetering van jde _weg G-'outum'-'Warga-'Gari jp
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel besloten.
ROUP VRaaG-.
Dc heer do Visser acht het gewenst enkele opmerkingen te
plaatsen over de gemeentelijke pers.
Waar de Voorzitter dit minder juist acht, ziet de heer de
Visser van zijn voornemen af.
De heer Hondema vraagt het woord over de toewijzing van wo
ningen.
De Voorzitter merkt op, dat de Raad op dit gebied geen zeg
genschap heeft, doch het ontmoet volgens Srr. geen bezwaar, dat
de heer Hondema zijn bezwaren naar voren brengt.
Uit het betoog van de heer Hondema blijkt, dat het hier gaat
om de toewijzing van de laatstelijk door de heer C.de Jong be
woonde woning aan de gemeente-timmerman. Uaar Spr. is ingelicht,
was er voor deze woning een andere gegadigde, die het pand voor
eigen gebruik heeft aangekocht. Deze gegadigde hoefteen ver
zoekschrift ingediend en zijn verlangen ook persoonlijk aan de
burgemeester en wethouder de Jong kenbaar gemaakt. Desondanks is
de woning aan de gemeentetimmerman toegewezen.
Sar. geeft zijn afkeuring te kennen over het feit, dat de
adviescommissie over deze toewijzing niet is gehoord en dringt
er op aan, deze commissie alsnog voor het onderhavige geval in
te schakelen.
De Voorzitter antwoordt, dat voor zover hem bekend is, deze
zaak wel in de commissie is behandeld en dat besloten is, de
woning aan de gemeentetimmerman toe te wijzen. Om te voorkomen,
dat de beter gesitueerden een bevoorrechte positie zouden gaan
innemen, wordt bij de verdeling van woonruimte niet in de eerste
plaats aan de eigenaar gedacht. Deze heeft niet meer reoht dan
andere woningzoekenden, al zal bij overigens gelijke omstandighe
den de eigenaar van een woning enige voorrang hebben.
Op een mededeling van de heer Hondema, dat na de toewijzing
van de hierbedoelde woning er iets veranderd is en ook de U.V.
Halbertsma over deze toewijzing heeft geadresseerd, welk schrij
ven niet aan de commissie is overgelegd, reageert de Voorzitter
met de opmerking, dat hij niet de indruk heeft, dat er nieuwe
feiten naar voren zijn gekomen, nadat de commissie in pneipe
had beslist althans niet in die zin, dat daardoor een nieuwe
uitspraak van de commissie gerechtvaardigd was. Wat de brief van
de H.V.Halbertsma betreft, zegt Spr.dat deze binnengekomen is,
nadat de beslissing was gevallen.
De heer Hondema merkt nog op, dat hij het onjuist acht, dat
de beslissingen zo lang te voron genomen worden.
Wethouder de Jong licht toe, dat de door de heer Hondema be
doelde gegadigde aan de burgemeester en hem gevraagd heeft, of
hij bij aankoop op toewijzing kon rekenen. Sor. zegt, dat daar
bij generlei toezegging is gedaan, omdat er ernstiger candidaten
waren. Desondanks heeft betrokkene gemeend het risico te moeten
nemen en is tot aankoop overgegaan.
Sar. beklemtoont, dat de commissie wel degelijk gekend is en
dat indertijd in pneipe is besloten, de woning aan de gemeente
timmerman toe te wijzen, omdat dit een urgent geval was.
Mevrouw Halbertsma-Hijlkema vraagt, wanneer het principe
besluit genomen is.
De Voorzitter antwoordt, dat hij zelf niet in de vergadering
aanwezig is geweest, doch meent, dat het besluit omstreeks Juni
genomen is, welk antwoord aan Mevrouw Halbertsma de vraag ontlokt,
waarom dat dan niet direct is medegedeeld.
--Spreekster--