3.
f. de verordening tot wijziging van de bouwverordening, be
treffende het vaststellen van voorgevelrooilijnen, vast
gesteld bij besluit van de burgemeester van 10 Juni 1942.
Voorgesteld wordt deze bezettingsregelingen, waarvan de
materiële inhoud ongewijzigd kan blijven, te rekenen met
ingang van 1 December a.s. opnieuw vast te stellen.
5Bezwaarschrift van SJ.Graaf van Limburg Stirum te 01st tegen
een aanslag in de wegbelastm'g over 1 930.
Door S.J. Graaf van Limburg Stirum, voornoemd, is een be
zwaarschrift ingediend tegen de aan zijn echtgenote M.L. luden
opgelegde aanslag in de wegbelasting over 1950 op grond van
de omstandigheid, dat de belaste oercelen aan geen enkele weg
zouden liggen en de aanwezigheid van waterwegen bij de heffing
der belasting geen rol zou mogen spelen.
Het aangevoerde argument houdt echter geen steek, omdat
volgens de geldende verordening de belasting wordt geheven:
a. wegens gebouwde eigendommen en daarbij behorende erven, die
belenden aan of in de onmiddellijke nabijheid zijn gelegen
van openbare land- en waterwegen;
b. wegens ongebouwde eigendommen, die aan deze wegen belenden
of op deze wegen uitgang hebben.
De onderhavige aanslag is opgelegcf voor verschillende
percelen, nader aangeduid op de bij de stukken ter inzage
liggende situatietekening.
"De gebouwde oercelen zijn zodanig gelegen, dat ze voldoen
aan de sub a vermelde voorwaarde, terwijl de ongebouwde eigen
dommen, hetzij aan een ooenbare waterweg belenden, hetzij op
een zodanige watrerweg uitgang hebben, zodat de aanslag terecht
1.S 0"Dgöl Ggd
In verband hiermede wordt voorgesteld het bezwaarschrift
ongegrond te verklaren en de aanslag te handhaven.
6. Benoeming van leden der Adviescommissie bedoeldin artikel
8 der WoonruTmtewet T9T7.
Ingevolge artikel 8 der woonruimtewet 1947 dient jaarlijks
een benoeming plaats te hebben van de leden van bovenvermelde
vorderingscommissie
De commissie bestaat momenteel uit de volgende leden:
A. Honderna te Grouw.
S. Okkinga te Roordahuizum.
B. Vriezema te Yfarga.
Mevr. T.de Visser-de Heer te Wartena.
A. Bijlsma te Wartena.
Voorgesteld wordt de aftredenden te herbenoemen.
7. Voorstel tot het verlenen van medewerking_e.x_art^keI___72__^r^
Lager-Onderwi jswet' 1920 voor de .aanschaf fing„van twee ^kachels
te nEëïïoêve"vanj[ej3chooi _vö or__bij_z onïïer_ lage r _cLnde rwi^s _te
Wart e"na
Het bestuur van de bijzondere school te Wartena heeft
een verzoek ingediend om ten behoeve van bovenvermelde school
overeenkomstig artikel 72 der ï>ager-Onderwijswet 1920 de be
nodigde gelden te mogen ontvangen voor de aanschaffing van
twee nieuwe kachtels.
Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de totnutoe
gebezigde kachels-onvoldoende capaciteit hebben, om de gro
tere lokalen van de in aanbouw zijnde school behoorli^K te
verwaremen.
Aangezien door de inwilliging der aanvrage de normale
eisen aan het geven van lager onderwijs te stellen, naar
de mening van Burgemeester en Wethouders niet worden ov®^"
schreden en ook overigens aan de bepalingen der wet wordt
voldaan, zijn ter zake geen weigeringsgronden aanwezig.
Mitsdien wordt voorgesteld, de gevraagde medewerking,
die een uitgaaf van f,644.- zal vergen, te verlenen en daar
toe vast te stellen het bij de stukken gevoegde concept-be
sluit. Q
O