dat door du voorgenomen maatregel do democratic »n do grondwettelijke
rechten tor zijde worden gezet en dat do bevolking tot twoede-raups bur
gers wordt gedegradeerd.
Naar aanleiding van deze motie zij hot volgende opgemerkt- Artikel
146 der grondwet vestigt do autonomie der gemeenten door te bepalen, dat
aan de Raad de regeling en het bestuur van de huishouding d~r gomeonto
wordt overgelaten.
Wanneer evenwel de regeling en hot bustuur van de huishouding dor
gemeente grovelijk oorden vorwa. rloosd, kan ingevolge hot vierde lid van
vermeld Grondwetsartikel een wet de wijze bepalen, we rop in het bestuur
wordt voorzien met afwijking van de algemeen geldende regel.
In overeenstemming met dit grondwetsartikel is thans .an wotentwerp
ingediend, er toe strekkende om do Rard van Finsterwolde zijn bevoegd
heden te ontnemen en over te dra.gen op een regeringscommissaris.
Aangezien alhier niet kan worden beoordeeld, in hoeverre de Raad
van Finsterwolde de huishouding dor gemeente heeft verwaarloosd, doch
aangenomen mag worden, dat do Regering gegronde redenen voor de indiening
van het betreffende wetsontwerp heeft gehad, wordt voorgesteld, de- motie
voor kennisgeving aan te nemen.
Verzoek van do Raad dor gemeente De 'lijk om adhaesic te betuigen a.n een
motie strekkende tot vervanging vjn _dc 1 Zogenbolasting door. andore moor
bil lijke_ heffingen.
Aangezien de wegun door een ieder worden gebruikt en alleen de grond
eigenaren in dc- wegenbelasting worden aangeslagen, acht adressant deze
belasting onbillijk en dringt er in een motie op aan, haar to vervangen
door meer billijke heffingen.
Naar aanleiding van het verzoek om aan deze motie adha„esie te betui
gen merken B.en W. het volgende op.
De heffing van de wegenbelasting steunt op artikel 280 der gemeente
wet, luidende als volgt; "Zegens gebouwde eigendommen en daarbij behoren
de erven, die aan openbare land- of waterwegen in dc gemeente belenden
of in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen zijn en wegens ongebouwde
eigendommen, die aan deze vragen belenden of op deze vragen uitgang hebben
kan een belasting worden geheven naar grondslagen, volgons welke con bil
lijke bijdrage gevorderd wordt in do kosten ten laste der gomounte ko
mende voor aanleg en onderhoud dier land- of waterwegen, voor hun verlich
ting en voor afvoer van water en vuil".
Dit artikel staat reedszij hut oorspronkelijk in oen enigszins
andere vorm, sedert 1897 in de gemeentewet. Aanvankelijk hebben slechts
weinig gemeenten van de bevoegdheid tot hot heffun van deze belasting ge
bruik gemaakt. Bij circulaire van 14 Juli 1946 heeft de Minister vm
Binnenlandse Zaken er op gewezen, dat/steunbehoevende gemeenten slechts
in zeer bijzondere gevallen vrijstelling van do verplichting tot heffing
zou kunnen wo den verleend. De meeste gemeenten waren toen noodlijdend,
zodat e-.n groot aantal tot invoering van deze belasting moest overgaan
Genoemde bewindsman hoeft naderhand hot invoeren van de wegenbelasting
als voorwaarde gesteld, om in aanmerking te komen voor een bijzondere
uitkering ingevolge de Wet Noodvoorziening Gemoontefinanciën. Om in hut-
genot van. de hierbedoelde uitkering te wodon gesteld, zal dus ook dc
gemeente De Wijk de belasting moeten heffen.
Dat de Raad van voormelde gemeente de wegenbelasting, waarin alleen
de grondeigenaren worden a?ngeslagen als onbillijk aanvoelt, is enigs
zins begrijpelijk. Immers de openbare land- en waterwegen strekken ton
dienste van hot verkeer en bevorderen dus er algemeen belang. Dit noemt
echter niet weg, dat do percelen, welke aan of nabij die wegen liggen
het meest profiteren van de bemoeiingen, wolko de gemeente zich met be
trekking tot de aanleg, hot onderhoud, de riolering on de verlichting
getroost. In dit licht gezien is het geenszins onredelijk, dat van deze
percelen oen billijke bijdrage wordt gevorderd in de door dc gemeente
te maken kosten.