De Heer van der Mark zegt, zich na deze toelichting met het voorstel te
kunnen verenigen.
De heer -ui de Lageweg blijft bij zijn standpunt en zegt, dat van der
Wal op zijn minst enig bericht had verwacht. Verder nerkt hij op, dat laatst
genoemde deze woning gaarne voor zijn bedrijf had willen kopen en Haijtsna
dan de woning van van der Wal had kunnen betrekken.
De Voorzitter zegt, dat alvorens de heer van der Wal definitief te kunnen
antwoorden, de Raad eerst moest beslissen.
De heer Dantuma meent, dat bij publieke verkoop de woning misschien meer
zal opbrengen.
Mevr. Halbertsma acht het voor Haytsma te bezwaarlijk om de woning thans
voor f.1700.te moeten overnemen.
Wethouder Zwart is ook van mening, dat de gemeente moreel verplicht is
de woning tegen taxatieprijs aan Haijtsma over te doen ondanks het hogere bod.
Haijtsma heeft diverse verbeteringen aan de woning aangebracht. Indien anders
gehandeld zou worden, dan zou de gemeente toch verplicht zijn hem schadeloos
te stellen voor de door hem gemaakte kosten van verbetering. Het door het aan
bod van van der Wal te verwachten voordeel zou daarmee dus komen te vervallen.
De heer Sijtema zegt, dat van der Wal na de aankoop van de woning door
Haijtsma zich wel met deze kan verstaan om een oplossing te vinden.
De heer van de Lageweg antwoordt? "Indien de heer van der Wal zo zou heb
ben gedacht, zou hij de beslissing van de Raad wel hebben afgewacht." Spreker
vindt het hogere bod, dat f.500.meer bedraagt, ook voor de gemeente van
belang.
Wethouder de Jong legt er de na-druk op, dat de gemeente de onderhavige
woning indertijd nodig had en deze dus moest kopen tegen een bepaalde prijs.
Hij gevoelt zeer sterk de morele verplichting, die de gemeente tegenover
Haijtsma heeft, nu zij hetzelfde bedrag daarvoor terugontvangt
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
Voorstel tot het aangaan ven een geldlening.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
Voorstel tot garantie van een geldlening ten behoeve van de H.V.Bouwkas
boord Nederlandse Gemeenten.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
Voorstel tot het verlenen van een bijdrage fonds perdu in de kosten van aan
sluiting van een waterleiding te Friens.
Voorzitter spreekt enige woorden van waardering aan het adres van enkele
zeer actieve inwoners van Friens, die zich veel moeite hebben getroost om in
een vole jaren als een gemis gevoelde behoefte aan waterleiding in hun dorp
te voorzien.
De heer Sijtema is verheugd, dat een gedeelte van het dorp straks op de
waterleiding kan worden aangesloten. Hij hoopt evenwel, dat het z.g. onrenda
bele gedeelte op de duur ook aangesloten zal kunnen worden. Hij verzoekt
Burgemeester en Wethouders in de toekomst in het belang van de volksgezondheid
pogingen daartoe aan te wenden.
De Voorzitter antwoordt, dat aansluiting van het z.g. onrendabele gedeelte
thans nog niet mogelijk is. Burgemeester en Wethouders zullen ten aanzien van
deze zaak echter diligent blijven.
De heer van der Mark zegt, dat hij zich met de gegeven toelichting op het
voorstel in het algemeen wel kan verenigen. Hij heeft evenwel bezwaar tegen
de volgende zinsnede? "onder uitdrukkelijke bepaling, dat voor verdere uitbrei
ding in de toekomst niet opnieuw een beroep op de financiën der gemeente kan
worden gedaan"-
Spreker vraagt zich af, of de gemeente zich door een dergelijke bepaling
nu reeds voor de toekomst kan binden. Gaat het niet te ver net te zeggen, dat
er nooit weer een beroep op de gemeentefinanciën kan worden gedaan voor ver
dere uitbreiding?