-10-
Het lange wachten op een beslissing over de keuze van een plan
is te wijten aan het foft, dat er grote verschillen in de kostenbe
rekeningen van de technische diensten (Provinciale Waterstaat en Ge
meentewerken) bestaan. Waterstaat berekent de kosten van plan A lager
dan de gemeente en calculeert daarentegen de kosten van plan veel
hoger dan de directeur van gemeentewerken. Het meest frapante staal
hiervan was wel, dat de nieuw te bouwen brug in plan B, door de Pro
vinciale Waterstaat wordt berekend op drie ton, terwijl de gemeen
te aan de hand van offertes overtuigend kon aantonen, dat de bouw
voor ongeveer 2 ton kon plaats vinden. Conferenties, berekeningen,
brieven volgen elkaar in een lange rij op, met als resultaat: einde
loos wachten en groeiende ergenis bij de bevolking van Wartena.
Burgemeester en Wethouders zijn van mening, dat de gemeente geen
belang heeft bij plan A, omdat Wartena dan economisch geen mogelijk
heden meer heeft en bovendien de ploziervaart gaat kwijnen. Wanneer
tenslotte de Provincie plan A, dat voor de. gemeente ongeveer een ton
duurder is, zal willen doorzetten, dan staat het college op het stand
punt, dat de provincie de meerdere kosten voor haar rekening neemt.
De gemeente zit mot betrekking tot de kapitaalsuitgaven tot aan het
plafond, zodat de meerdere kosten van het provinciaal plan voor de
gemeente niet verantwoord zijn.
De heer Honderna merkt op, dat het voorstel Wartena voort komt
uit een soort ongeduld. Hij is verheugd, dat de Voorzitter een resu
me van deze zaak heeft gegeven. Spreker ziet het zo, dat, indien de
Raad dit voorstel zou aannemen, voor de uitvoering van hét plan tóch
nog contact met Gedeputeerde Staten moet worden opgenomen, zodat
een besluit van de Raad in dit stadium weinig zin zal hebben. Hij
geeft in overweging opnieuw in contact te treden met Gedeputeerde
Staten, teneinde tot een oplossing te komen.
De heer ïïo Visser blijft bij zijn standpunt, dat de wegomlogging
ten Zuiden van het dorp moet geschieden.
Indien Gedeputeerde Staten het plan door het dorp niet goedkeu
ren, dan moeten we weer opnieuw beginnen en duurt het weer zoveel
langer. Hij meent, dat, indien Burgemeester on Wethouders in Wartena
woonden, de zaak al voor elkaar was geweest.
De Voorzitter noemt de laatste uitdrukking een insinuatie ».an het
adres van Burgemeester en Wethouders, die ^.niet te pas komt. De
heer de Visser heeft zelf kunnen horen, hoe het college getracht
heeft tot de voor de gemeente meest geschikte oplossing te komen.
De heer Wartena brengt dank aan Burgemeester en Wethouders voor
de gegeven uiteenzetting. Hij heeft de indruk, dat het college te
ruggeschrokken is van het hoge kostenbc-drag van plan A. Hij geeft
hun in overweging dit plan te laten doorgaan. Als Gedeputeerde Staten
plan A willen doorzetten, da& betekent elk protest van de gemeente
toch vechten tegen windmolons. In dat geval moet getracht worden een
zo groot mogelijke bijdrage van de provincie te verkrijgen. Hij
dringt er op aan, dat de Raad zich hierover gaat uitsproken.
De heer Dantuma meent, dat de Raadsleden de zaak ter plaatse
eerst eens moeten bezien.
De heer van de Dageweg vindt de hogere uitgaaf met het oog op de
gemeentelijke Kapitaalsuitgaven niet verantwoord.
Wethouder--