Openbare vergadering van de Raad
der gemeente Idaarderadeel op Maandag 27
October 1952 's voormiddags 9 uur.
Aanwezigde heren S.de Jong, I. Zwart, J.W.de Visser, Joh. van der Meer,
R.Wartena, A. Hondema, E, Dantuma, Joh. G. van der Mark, H.van
de lageweg, P.van der Hem, P. Sijtema en J. Miedema.
Afwezig met kennisgeving: Mevr. P.C.Halbertsma-Hijlkema.
Voorzitter: Mr.C.N. Renken, Burgemeester.
Secretaris: D. Smits.
1Ufftulen.
De heer Hondema zegt, dat hij geen op- of aanmerkingen op de
notulen heeft, maar naar aanleiding van de notulen zou willen voor
stellen een punt aan de agenda toe te voegen, n.l. een bespreking over
de wegomlegging te WarJ,ena.
De Voorzitter antwoordt, dat het inderdaad in de bedoeling ligt
om genoemde aangelegenheid na afhandeling van de agenda te bespreken.
Hierna worden de notulen onveranderd vastgesteld.
2* Ingekomen stukken.
Het onder dit punt genoemde stuk wordt aangenomen voor kennis
geving.
3Ontslagaanvrage van de teer D.de Jong te Grouw als ambtenaar van de
burgerlijke stand.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom-
stig het voorstel besloten.
4. Voorstel tot het aangaan van een geldlening met de II.V.Bank voor
Nederlandse Gemeenteru
De heer van der Mark vraagt, waarom eerst na 10 jaar met aflossing
op de lening wordt aangevangen. Uit een oogpunt van goed financieel
beleid zou hij het beter achten, dat reeds na een jaar regelmatig
wordt afgelost.
De Voorzitter antwoordt, dat de wijze van aflossing, een van de
voorwaarden is, welke door de geldgeefster worden gesteld. Als de
gemeente de gestelde voorwaarden niet accepteert, zal de geldgeefstar
de aanbieding intrekken. De wijze van aflossing heeft overigens wei
nig invl-oed op het financieel beleid, omdat na een jaar regelmatig
op deze lening wordt afgeschreven.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel besloten.
5. Voorstel tot verhuur van woningen.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel besloten.
6. Aanvrage om subsidie van het Bestuur van het Groninger Universiteits
fonds.
De heer van der Hem zegt, dat hij de vorige vergadering tot zijn
spijt moest verzuimen. Hij is echter aan de hand van de stukken en
van hetgeen in de vergadering naar voren is gebracht, tot de conclu
sie gekomen, dat het onderhavige fonds voor de studerenden van groot
belang is en nuttig werk doet. Waar
11 ii i