-40- De heer Wartena zegt, dat Gedeputeerde Staten nu eenmaal op het standpunt staan om de weg om het dorp aan te leggen. Hij zi'.t er geen heil in om zich daartegen langer te verzetten. Het kan op die manier wol jareg duren, voordat er tot uitvoering van oen plan wordt over gegaan. Burgemeester en Wethouders voeren ook aan, dat bij uitvoering van plan A grotere schepen de scheepswerf niet meer kunnen bereiken. Spreker wil opmerken, dat grote schepen tegenwoordig ook al niet meer gebruik maken van die scheepswerf. Voorts is hij van mening, dat er wat gebeuren moet en wel direct. Hij stelt daarom voor een voorlopige voorziening in Wartena te treffen, bestaande in een nieuwe bestra ting door het dorp en tot verwezenlijking daarvan onmiddelijk het gehele personeel van gemeentewerken in te schakelen. De Voorzitter vindt hot standpunt van de heer Wartena om ter wille van een hogere instantie zich bij de feiten neer te leggen en de eigen zelfstandigheid te verwaarlozen, zeer gevaarlijk. Overigens gevoelt spreker er wel voor, ingeval het contact met Gedeputeerde Staten niet spoedig tot een oplossing mocht leiden, voorlopig enige verbetering in de situatie te Wartena aan te brengen. De heer de Visser betreurt het zeer, dat de technische diensten ze veel in hun berekeningen verschillen, waaraan zijns inziens do stagnatie voor een groot deel is toe te schrijven. Spreker heeft - sterk de indruk, dat de provincie vasthoudt aan het plan-wegomleg- ging. Hoewel hij ook van oordeel is, dat er spoedig iets gebeuren moet,meent hij, dat de Raad niet uit wanhoop een uitspraak moet doen. Hij zou in overweging willen geven, dat de Raad zich uitspreekt voor plan A onder voorwaarde, dat de meerdere kosten door de provincie worden gedragen. De Voorzitter antwoordt de heor Wartena naar aanleiding van diens opmerking inzake de scheepswerf, dat men niet moet zien, naar wat geweest is, maar zijn oog moet richten op de mogelijkheden in de toe komst. Het groot-scheepsvaarwater loopt langs Wartena en deze om standigheid moet worden uitgebuit. Voorts zegt spreker, dat verbetering der bestrating alleen niet voldoende zou zijn,* daaraan dient regeling van de afvoer van het water vooraf te gaan. Een dergelijke noodvoorziening is evenwel vrij kostbaar. In aanmerking nemende, dat deze voorziening een ti jdelijke zal zijn, welke later misschien -bij definitieve uitvoering van een der wegplannen- door een ander verbeteringsplan zal moeten worden ver vangen, acht spreker een dergelijke grote uitgaaf minder gewenst. Verder wil spreker niet bevestigen, dat Gedeputeerde Staten perse plan-Zuid wensen. Dit college laat de belangen van het dorp ook spre ken. Wij vermoeden, dat do technische dienst van de provincie bezig is de cijfers nader te bestuderen. De heer Wartena merkt op, dat hij aan zijn voorstel nog wel wil toevoegen: het maken van een riolering. ■®e VoorzitterUU kunt Uw voorstel ook wijzigen in de zin, zoals de heer de Visser suggereert.1'1 Wethouder de Jong wijst er op, dat de laatste brief van Burge meester en Wethouders aan Gedeputeerde Staten reeds op 4 Augustus j.l. werd verzonden. Nadien heeft het college niets meer omtrent de ze zaak gehoord. Spreker acht de toestand te Wartena onhoudbaar en stelt daarom voor er bij Gedeputeerde Staten op aan te dringen, binnen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1952 | | pagina 71